Herunterladen Diese Seite drucken

Novoferm iso70-2 ZF Original-Montage- Und Betriebsanleitung Seite 46

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
4.4.5 Montage van de horizontale looprailparen
op het frame
Afb.
a
, pagina A6. Plaats de kabelhouder  (4L/4R)
in de uitsparing van het kozijnprofiel (1L/1R).
Afb.
b
Schroef het vormeindstuk (16L/16R) vast aan
het kozijnprofiel  (1L/1R) en de kabelhouder  (4L/4R)
door de schroeven (S11) handvast erin te draaien.
Afb.
c
en Afb.
d
Verbind het looprailpaar (14L/14R)
met het kozijnprofiel  (1L/1R) door het looprail-
paar  (14L/14R) in het vormeindstuk  (16L/16R) te
schuiven en met de schroeven (S17) vast te schroe-
ven.
Afb.
e
Ondersteun de looprailparen (14L/14R) bij de
montage met geschikte hulpmiddelen aan het achter-
ste uiteinde en lijn de looprailparen (14L/14R) vervol-
gens horizontaal uit.
Afb.
f
Monteer de looprailbochtstukken  (30) op de
kozijnprofielen  (1L/1R), evenals met de verbindings-
platen (18), door ze met de bouten (S17 + S12) vast
te schroeven.
LET OP
Mogelijke rolblokkade bij de
overgangen van de looprails.
Zorg voor een vloeiende overgang tus-
sen de looprailprofielen, pas indien no-
dig de bochtuiteinden iets aan.
4.4.6 Afhangen van de horizontale looprailparen
Afb.
a
, pagina A7. Het afhangen achter bij het
looprailpaar  (14L/14R) gebeurt, afhankelijk van de
bouwkundige omstandigheden, in twee montagevari-
anten:
LET OP
De ankerrail (27) moet op basis van
de totale ophanging worden
onderverdeeld
De ankerrail (27) is bedoeld voor alle
ophangingen en moet met vooruitzien-
de blik in de benodigde segmenten wor-
den onderverdeeld
Procedure (A) bij wandmontage, evenals een ga-
ragebinnenbreedte tot max. BRB  +  1030  mm bij
deurinbouw in het midden:
Afb.
b
en Afb.
c
In de eerste stap een ankerrail (27)
voorbereiden, de benodigde lengte afmeten en de
ankerrail  (27) overeenkomstig inkorten. Zorg hierbij
dat bij de benodigde wandaanslagmaat ca. 200  mm
wordt opgeteld, die later in de looprailverbinders  (6)
moet blijven en voor de nodige stabiliteit zorgt. Mon-
teer in de volgende stap aan een uiteinde van de an-
kerrail (27) de klemplaat (29). Zorg bij het opschroe-
ven dat deze nog kan worden bewogen. Monteer
daarna aan het andere uiteinde het aansluitpro-
fiel  (28). Gebruik voor de montage de betreffende
bouten en moeren  (S6 + S12). Aan de zijde van de
wandmontage de voorgemonteerde ankerrail  (27)
volledig in de looprailverbinder (6) schuiven.
46 - NL
Afb.
d
Monteer de looprailverbinder (6) met de bou-
ten en moeren  (S6 + S12) op een hoekverbindings-
profiel (20) van de beide looprailparen (14L/14R). Ge-
bruik voor het vastschroeven bij voorkeur de boven-
ste gatpositie. Uitzondering: De aandrijving vereist
montage in de onderste.
Afb.
e
Klap de looprailverbinder (6) omhoog naar het
tegenoverliggende hoekverbindingsprofiel  (20) en
schroef hem met de bouten en moeren  (S6 + S12)
vast. Plaats daarna aan de andere zijde nog een bout
en moer (S6 + S12).
Afb.
f
Trek de voorgemonteerde ankerrail (27) uit de
looprailverbinder  (6) naar voren en schroef de voor-
gemonteerde ankerrail  (27) op de garagewand met
de schroeven  (S8) en de bijpassende pluggen  (S9).
De klemplaat  (29) slechts licht aanhalen, het ver-
schuiven van de ankerrail (27) moet nog mogelijk zijn
voor de aansluitende diagonale uitlijning.
Procedure (B) bij plafondmontage, evenals bij een
garagebinnenbreedte groter dan BRB + 1030 mm
bij deurinbouw in het midden:
Afb.
d
Monteer de looprailverbinder (6) met de bou-
ten en moeren  (S6 + S12) op een hoekverbindings-
profiel (20) van de beide looprailparen (14L/14R). Ge-
bruik voor het vastschroeven bij voorkeur de boven-
ste gatpositie. Uitzondering: De aandrijving vereist
montage in de onderste.
Afb.
e
Klap de looprailverbinder (6) omhoog naar het
tegenoverliggende hoekverbindingsprofiel  (20) en
schroef hem met de bouten en moeren  (S6 + S12)
vast. Plaats daarna aan de andere zijde nog een bout
en moer (S6 + S12).
Afb.
g
De op maat ingekorte plafondophanging, be-
staande uit de ankerrail  (27), aansluitprofiel  (28) en
de bouten en moeren  (S6 + S12) voormonteren. De
bouten slechts licht aanhalen, om het aansluitend uit-
lijnen mogelijk te maken. Met de twee bouten en
moeren  (S6 + S12) de voorgemonteerde plafondop-
hanging op de hoekverbindingsprofielen  (20) vast-
schroeven.
Afb.
h
Gebruik daarna de bouten  (S8) en bijbeho-
rende pluggen  (S9) voor het monteren van de pla-
fondophanging aan het garageplafond.
Verder zijn de montagestappen voor wandmonta-
ge en plafondmontage identiek.
Afb.
i
De diagonalen van beide horizontale deurloop-
rails opmeten. Kies hiervoor aan beide zijden dezelf-
de referentiepunten. De beide diagonalen moeten de-
zelfde waarde hebben, om een wrijvingsarme deur-
loop te waarborgen. Controleer ook de horizontale
uitlijning van de looprailparen met een waterpas en
haal daarna pas de bouten van de ophanging en die
aan het vormeindstuk (16L/16R) aan.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!

Werbung

loading