Capaciteit zacht water bepalen
Waterhardheid van het onbehandelde
water met hardheidmeetkit (bestelnr.
6.768-003.0) bepalen, of bij de leveran-
cier opvragen).
Capaciteit zacht water in de volgende
tabel aflezen.
Waterhard-
WS 50
heid
Capaciteit
°dH
m
3
5
10,0
10
5,0
12
4,2
14
3,6
16
3,1
18
2,8
20
2,5
22
2,3
De productiehoeveelheid kan via de
meetklok aangeduid worden.
Meetklok
De meetklok schakelt automatisch in, zo-
dra water stroomt.
Door kort drukken op de knop kan naar de
verschillende aanduidingen omgeschakeld
worden.
In het display van de meetklok kan het vol-
gende aangeduid worden:
Volumeteller 1
–
toont de de geproduceerde hoeveel-
heid zacht water in liters
Tip: Het terugzetten van de volumetel-
ler gebeurt door tenminste 2 secondes
op de knop te drukken.
Volumeteller 2
–
Tip: Beide volumetellers kunnen onaf-
hankelijk van elkaar teruggezet wor-
den.
Automatiek
–
Debiet
–
toont het actuele debiet in liters/min.
Tip: Door tenminste 2 secondes op de
knop te drukken schakelt de aanduiding
tussen liters/min en gal/min om.
Voor de bepaling van de uitputting van het
zacht water zijn er 2 mogelijkheden:
via de aanduiding van de volumeteller
–
op het display van de meetklok.
door meten van de waterhardheid aan
–
de uitgang van het zacht water met de
hardheidmeetkit voor zacht water (be-
WS 100
stelnr. 6.768-004.0).
Capaciteit
Uitgeputte installatie regenereren
m
3
Voor de regeneratie van de installatie zijn
20,0
er 2 mogelijkheden.
10,0
Bij voorhanden zijn van WS regenera-
–
8,3
tor: installatie aan WS regenerator aan-
7,1
sluiten. De beschrijving daarvan treft u
aan in de gebruiksaanwijzing van de
6,3
WS regenerator.
5,6
Harsvulling in de tank (wisselaar) ver-
–
5,0
vangen.
4,5
Harsvulling in de tank vervangen
Installatie drukvrij maken.
Slang van de aansluiting voor zacht wa-
ter aftrekken.
Verbindingsslang filter/tank aftrekken.
Spanriem losmaken en eenheid uit
chassis nemen.
Tankadapter met sleutel losmaken en
uitschroeven.
Stijgbuis uit de tank trekken.
Tank omdraaien en hars in een daar-
voor geschikt reservoir opvangen.
Tank met water uitspoelen.
Nieuw hars erin doen (bestelnr. 6.761-
031.0 - 25 kg).
Tip: Daarvoor een trechter gebruiken,
hars met water erin gieten.
WS 50 - 12,5 liter
WS 100 - 25 liter
Wanneer de hars erin zit, tank helemaal
met water vullen.
Stijgbuis in de tank steken (geen ge-
reedschap gebruiken), met water vullen
en tegelijkertijd voorzichtig naar bene-
den drukken totdat de bodem bereikt is.
Tip: Erop letten, dat de stijgbuis cen-
traal in de tank zit.
Installatie in omgekeerde volgorde
weer monteren.
Algemene aanwijzingen
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Apparaat alleen met veiligheidsbril bedie-
nen, onderhouden en reinigen.
Stekkerverbindingen staan onder druk,
voor losmaken van de stekkerverbindingen
installatie drukvrij maken.
Regeneratie
Onderhoud
3
-
NL
Gevaar voor bevriezing
Voorzichtig
Gevaar voor beschadiging! Bij gevaar voor
bevriezing tank legen.
Tank legen bij gevaar voor bevriezing
1 Aftapklep
2 Transportrails
Slang tussen filter en tank aftrekken en
leeg laten lopen.
Filter openen en legen.
Slang van de aansluiting voor zacht wa-
ter aftrekken.
Eenheid op de transportrails kiepen.
Aflaatklep op de slang openen.
Tip: Klep zo ver mogelijk onder de tank
brengen, dat vergemakkelijkt het aflo-
pen van het water in de tank.
Wanneer het water eruit is, kan de installa-
tie aan de vorst blootgesteld worden.
Onderhoudswerkzaamheden
Dagelijkse controles voor gebruik
Dichtheid van de installatie controleren.
–
Batterijstand (batterijstatusaanduiding
–
in het display van de meetklok) contro-
leren, eventueel vervangen. Batterijty-
pe CR2032.
Spanriem controleren, eventueel ver-
–
vangen.
Vervuiling filterkaars controleren, eventueel
–
vervangen (bestelnr. 6.761-361.0).
Onderhoud om de 3 maanden
Wiellagers smeren.
–
Slangen en koppelingen op beschadi-
–
gingen controleren.
Storingen verhelpen
Geen zacht water
Installatie uitgeput
Bij voorhanden zijn van WS regenera-
tor: Installatie aan WS regenerator aan-
sluiten en regenereren.
Harsvulling in de tank (wisselaar) ver-
vangen.
Vrijkomen van hars
Onderste doseur aan de stijgbuis defect
Vervang de sproeier.
Lekkage
Aansluitadapter niet juist aangedraaid
Adapter met sleutel goed aandraaien.
Afdichting defect.
Controleren en vervangen.
17