Meteen na de tweede meting worden de afzonderlijke waarden
en het resultaat
De optelling kan met alle eenheden (lengte, oppervlakte, inhoud)
worden uitgevoerd. U kunt dus ook de meetresultaten van functies
(oppervlakte, inhoud, Pythagoras) opnemen in de optelling.
Er kunnen alleen waarden in dezelfde eenheid worden opgeteld.
De eerste meetwaarde bepaalt de eenheid.
Als het resultaat van een optelling in het meetwaardengeheugen
wordt opgeslagen, worden de afzonderlijke waarden van de som
NL
eveneens opgeslagen.
Aftrekken (minus)
Het aftrekken van meetwaarden gebeurt op dezelfde manier als het
optellen.
♦
Druk op de toets
De meetwaarde
de meetwaarde
waarden van de meting worden van elkaar afgetrokken. Het
resultaat kan ook een negatief getal zijn.
Meetwaardengeheugen/meetwaarden oproepen
Alle gemeten en berekende waarden kunnen worden opgeslagen.
Daarbij worden de waarden inclusief hun eenheid (lengte, opper-
vlakte of inhoud) opgeslagen. Berekende waarden worden samen
met hun afzonderlijke waarden opgeslagen.
In totaal zijn er 50 geheugenposities beschikbaar. Zodra alle 50
geheugenposities bezet zijn, wordt het oudste meetresultaat gewist.
Het nieuwste meetresultaat wordt dan op positie 50 opgeslagen.
Meetwaarden opslaan
De laatste 50 meetresultaten worden automatisch in het geheugen
opgeslagen.
82
op het display
om de aftrekking te starten.
wordt nu op het display
geeft "− - - - - - - " aan en de afzonderlijke
weergegeven.
weergegeven,
,
PLEM 50 A1