Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stihl MOW 5.0 EVO Bedienungsanleitung Seite 212

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Nederlands
8.10
Versmalling
1
1
De maairobot rijdt door alle versmallingen heen,
voor zover er een minimumafstand (a) tussen de
begrenzingsdraden (1) wordt aangehouden.
► Leg de begrenzingsdraad (1) zoals afgebeeld
en controleer of de volgende maten zijn aan‐
gehouden:
– Minimumafstand tussen de begrenzingsdra‐
den (1) in de versmalling: a = 2 m
– Als de versmalling door obstakels aan de zij‐
kant wordt omgeven: houd aanvullend een
afstand van b = 37 cm (lengte: 1x iMOW
Ruler) aan
► Als de minimumafstand a = 2 m tussen de
begrenzingsdraden (1) wordt onderschreden:
Leg een leidraad in het midden van de ver‐
smalling.
Versmalling met leidraad
1
2
1
1
2
1
Een leidraad (2) leidt de maairobot doelgericht
door een versmalling heen, voor zover er een
minimumafstand (a) tussen de begrenzingsdra‐
den (1) wordt aangehouden.
Om de ingebruikname te voltooien, moet er een
startpunt (3) achter de versmalling inclusief de
frequentie van benadering worden ingesteld.
212
b
a
b
®
3
b
a
b
8 Begrenzingsdraad neerleggen
Anders komt de maairobot niet goed door de ver‐
smalling heen. Startpunten kunnen via de app
®
„MY iMOW
" worden ingesteld.
► Leg de begrenzingsdraad (1) zoals afgebeeld
en controleer of de volgende maten zijn aan‐
gehouden:
– Minimumafstand tussen de begrenzingsdra‐
den (1) in de versmalling: a = 55 cm
– Als de versmalling door obstakels aan de zij‐
kant wordt omgeven: houd aanvullend een
afstand van b = 37 cm (lengte: 1x iMOW
Ruler) aan
► Leg de leidraad (2) in het midden van de ver‐
smalling.
► Als de zijdelingse afstand b = 37 cm (lengte:
®
1x iMOW
Ruler) wordt onderschreden: maak
een doorgang om de maairobot naar een
ander maaivlak te kunnen leiden
om de versmalling van het maaivlak te
begrenzen.
8.11
Doorgang
Beschrijving van de werking
2
A
3
2
Met een doorgang (1) kunnen versmallingen
doelgericht worden overwonnen of passages
worden geïnstalleerd. Een doorgang verdeelt het
maaivlak in het hoofdmaaivlak (A) en een neven‐
maaivlak (B).
De begrenzingsdraad (2) wordt zonder onderbre‐
kingen gelegd. Deze vormt daarbij de doorgang
op de overgang van het hoofdmaaivlak (A) naar
maaivlak (B).
4
3
®
8.11 of
1
B
1
4
0458-012-9601-A
5

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Mow 6.0 evoMow 7.0 evo

Inhaltsverzeichnis