Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stihl MOW 5.0 EVO Bedienungsanleitung Seite 210

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Nederlands
► Zorg ervoor dat bij hoeken die in een punt ein‐
digen, een hoek van 90° niet wordt onder‐
schreden.
► Als de hoek van 90° wordt onderschreden:
verdeel de hoek.
► Leg een hoek met hoeken groter dan 90°.
Leg de begrenzingsdraad vervolgens over
een lengte van ten minste 37 cm (lengte:
®
1x iMOW
Ruler) rechtdoor.
► Leg vervolgens een hoek met een hoek die
groter is dan 90°. Leg de begrenzingsdraad
aansluitend over een lengte van ten minste
37 cm (lengte: 1x iMOW
8.4
Berijdbaar gebied
De maairobot kan gebieden berijden die direct
aan het maaivlak grenzen als het hoogteverschil
tussen het berijdbare gebied en het maaivlak
niet meer dan 1,5 cm bedraagt. De ondergrond
moet stevig en vrij van obstakels zijn.
Voorbeelden:
– Terras
– Bestrating
– Stenen langs de grasrand of platen
Door de afstand tussen de begrenzingsdraad en
het berijdbaar gebied klein te houden, kan zon‐
der randen worden gemaaid.
► Leg de begrenzingsdraad zonder afstand
parallel aan het berijdbare gebied.
Het maximale hoogteverschil tussen het
berijdbare gebied en het maaivlak bedraagt a
= 1,5 cm
8.5
Niet-berijdbaar gebied
Een gebied kan niet worden bereden als er
obstakels dicht bij de grond uit het maaivlak ste‐
ken, de ondergrond niet stevig of zeer ongelijk is
en als het hoogteverschil tussen het maaivlak en
het aangrenzende gebied meer dan 1,5 cm
bedraagt.
Voorbeelden:
– Muur of omheining
– Heg of struik met laag groeiende takken
– Tuin met stenen of grindpad
210
®
Ruler) recht.
< a
8 Begrenzingsdraad neerleggen
– Bodem met veel wortels of een zeer ongelijke
bodem
► Leg de begrenzingsdraad over een afstand
van 37 cm (lengte: 1x iMOW
aan het niet-berijdbare gebied.
► Als het niet-berijdbare gebied zich binnen het
maaivlak bevindt: begrens het niet-berijdbare
gebied door middel van een geblokkeerd
gebied.
8.6
Water
Er moet een grotere draadafstand tot aan water
worden aangehouden als het water niet door een
vast obstakel met een hoogte van ten minste 10
cm van het maaivlak is gescheiden.
Voorbeelden:
– Vijver in de tuin
– Zwembad
– Beek of stroompje
► Leg de begrenzingsdraad met een afstand van
a = 1 m parallel aan de oever.
► Als het water zich binnen het maaivlak
bevindt: begrens het water door middel van
een geblokkeerd gebied.
8.7
Rand van een afgrond
Er moet een grotere draadafstand tot aan randen
van afgronden worden aangehouden als de rand
van een afgrond niet door een vast obstakel met
een hoogte van ten minste 10 cm van het maai‐
vlak is gescheiden.
Voorbeelden:
– Trap
– Steunmuur
– Helling met traptreden
®
Ruler) parallel
a
0458-012-9601-A

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Mow 6.0 evoMow 7.0 evo

Inhaltsverzeichnis