Maaivlak En Maairobot Gereed Maken Voor Gebruik - Stihl MOW 5.0 EVO Bedienungsanleitung

Nederlands
A
5
B
Op een leidraad (4) kunnen maximaal drie start‐
punten (5) worden aangegeven. De maairobot
kan het betreffende startpunt doelgericht bena‐
deren en vanaf dat punt met het maaien begin‐
nen.
Door de leidraad (4) kan het maaivlak in meer‐
dere zones (voorbeeld: A en B) worden opge‐
deeld. De zones worden gedefinieerd door een
startpunt (5). Vanaf het gekozen startpunt kan de
maairobot naar links of rechts naar de gewenste
zone worden gestuurd. De maairobot kan dan in
de gekozen zone doelgericht maaien. Startpun‐
ten en zones worden beheerd via de app
®
„MY iMOW " en kunnen in het maaischema wor‐
den opgenomen.
Als er in het maaivlak sprake is van een versmal‐
ling (6), rijdt de maairobot door de versmalling
heen zolang er een bepaalde minimumafstand
tussen de begrenzingsdraden wordt aangehou‐
den. Als de minimumafstand wordt onderschre‐
den, moet er een leidraad (7) door de versmal‐
ling (6) heen worden gelegd. De leidraad (7) leidt
de maairobot daarna doelgericht door de ver‐
smalling (6) heen naar een startpunt (8). Vanaf
het startpunt (8) kan de maairobot het maaivlak
achter de versmalling (6) maaien. Hoe vaak de
maairobot naar het startpunt (8) rijdt, kan worden
beheerd in de app „MY iMOW
maaischema worden opgenomen.
200
4
6
7
8
®
" en kan in het

6 Maaivlak en maairobot gereed maken voor gebruik

6 Maaivlak en maairobot
gereed maken voor gebruik
6.1 Maaivlak plannen en voorberei‐
den
Voor de ingebruikname van de maairobot moet
het maaivlak worden gepland en voorbereid. Dat
zorgt voor een robuuste installatie en een onop‐
vallend bedrijf en worden mogelijke storingsbron‐
nen opgeruimd.
Maaivlak plannen
► Maak uzelf vertrouwd met de beschrijvingen
over het dockingstation en over het leggen
van draden in de volgende hoofdstukken.
► Pas de informatie toe op uw eigen tuin:
– Omtrek van het maaivlak
– Positie van het dockingstation
– Verloop van de begrenzingsdraad (de
beschreven randafstanden en gevallen over
het leggen van de draad in acht nemen)
– Verloop van de leidraad/leidraden (ten min‐
ste één, maximaal drie)
Maaivlak voorbereiden
► Verwijder rondslingerende voorwerpen.
► Verwijder metalen, magnetisch en elektrisch
geleidende materialen en oude begrenzings‐
draden.
► Maai het gras met een grasmaaier tot de snij‐
hoogte resteert die later ook voor het gebruik
van de maairobot wordt ingesteld. De stan‐
daard ingestelde snijhoogte op de maairobot
bedraagt a = 6 cm.
► Egaliseer gaten en grove oneffenheden.
► Besproei het maaivlak iets als de bodem hard
en droog is om de bevestigingsspijkers mak‐
kelijker in de bodem te kunnen slaan.
a
0458-012-9601-A