Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Wilo Atmos GIGA-I Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 119

Mit kartuschen-gleitringdichtung
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Atmos GIGA-I:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

D
C
E
Fig. 3: Voorbeeld voor een fundament-draad-
aansluiting
Aansluiting van de leidingen
r ≈ 2,5 * (d-2s)
5 x DN
Fig. 4: Stabiliseringszone voor en achter de
pomp
Eindcontrole
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Atmos GIGA-I/-B
Installatie
Voorbeeld voor een fundament-draadaansluiting
A B
ƒ
Het complete aggregaat bij het opstellen op het fundament met behulp van een
waterpas (op as/drukstuk) uitrichten.
ƒ
Onderlegplaten (B) steeds links en rechts dichtbij het bevestigingsmateriaal (bijv.
steenschroeven (A)) tussen grondplaat (E) en fundament (D) aanbrengen.
ƒ
Bevestigingsmateriaal gelijkmatig en strak vastdraaien.
ƒ
Bij afstanden > 0,75 m de grondplaat centraal tussen de bevestigingselementen
ondersteunen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering!
De pomp mag nooit als vast punt voor de leiding worden gebruikt.
ƒ
De NPSH-waarde van de installatie moet steeds groter zijn dan de vereiste NPSH-
waarde van de pomp.
ƒ
De krachten en momenten die door het leidingsysteem op de pompflens worden
uitgeoefend (bijv. door verdraaiing of warmte-uitzetting) mogen de toegestane
krachten en momenten niet overschrijden.
ƒ
Monteer leidingen en pomp vrij van mechanische spanningen.
ƒ
Bevestig de leidingen zo dat het gewicht van de leidingen niet door de pomp wordt
gedragen.
ƒ
Houd de zuigleiding zo kort mogelijk. Leg de zuigleiding naar de pomp gestaag stij-
gend, bij toevoer dalend. Mogelijke luchtbellen vermijden.
ƒ
Als een vuilvanger in de zuigleiding vereist is, moet de vrije doorsnede ervan over-
eenkomen met 3–4 maal de doorsnede van de leiding.
ƒ
Bij korte leidingen moeten de nominale diameters minstens overeenkomen met die
van de pompaansluitingen. Bij lange leidingen moet de meest zuinige nominale
diameter worden bepaald.
ƒ
Gebruik verbindingsstukken met grotere nominale diameters en een uitbreidings-
hoek van ca. 8° om hoger drukverlies te vermijden.
LET OP
Voorkom stromingscavitatie!
• Voorzie voor en achter de pomp in een stabiliseringszone in de vorm van een
rechte leiding. De lengte van deze stabiliseringszone moet minimaal 5 keer de
nominale diameter van de pompflens bedragen.
ƒ
Flensafdekkingen van zuigaansluiting en drukstuk van de pomp verwijderen vóór
het aanbrengen van de leiding.
Controleer nogmaals de uitrichting van het aggregaat overeenkomstig het hoofdstuk
"Installatie".
ƒ
Fundamentschroeven indien nodig vastdraaien.
ƒ
Controleren of alle aansluitingen correct zijn en werken.
ƒ
Koppeling/as moet gemakkelijk met de hand gedraaid kunnen worden.
Als de koppeling/as niet kan worden gedraaid:
ƒ
Koppeling loshalen en gelijkmatig met het voorgeschreven draaimoment opnieuw
aanhalen.
Indien deze maatregel geen effect heeft:
ƒ
Motor demonteren (zie het hoofdstuk "Motor vervangen").
ƒ
Motorcentrering en -flens reinigen.
ƒ
Motor opnieuw monteren.
nl
119

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Atmos giga-b

Inhaltsverzeichnis