Herunterladen Diese Seite drucken

Stihl HT 56 C Gebrauchsanleitung Seite 70

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HT 56 C:

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Nederlands
2.7
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige houding zor‐
gen.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van nood
direct de motor afzetten – combischuif/stopscha‐
kelaar in stand STOP, resp. 0 plaatsen.
Dit motorapparaat is niet geïsoleerd.
Minstens 15 m afstand ten opzichte
van elektriciteitskabels aanhouden –
levensgevaar door elektrische schok!
15m (50ft)
Binnen een straal van 15 m mogen zich geen
andere personen ophouden – kans op letsel –
door vallende takken en weggeslingerde hout‐
spanen!
Deze afstand ook ten opzichte van andere objec‐
ten (auto's, ruiten) aanhouden – kans op materi‐
ele schade!
Met de zaagbladneus een minimale afstand van
15 m ten opzichte van elektriciteitskabels aan‐
houden. Bij hoogspanningskabels kan een von‐
koverslag ook over een grotere afstand voorko‐
men. Bij werkzaamheden in de directe omgeving
van elektriciteitskabels moet de stroom worden
uitgeschakeld.
Voor het vervangen van de zaagketting de motor
uitschakelen – kans op letsel!
Op een correct stationair toerental letten, zodat
de zaagketting na het loslaten van de gashendel
niet meedraait.
Als de zaagketting toch meedraait, de motorzaag
bij een dealer ter reparatie aanbieden. Regelma‐
tig de instelling van het stationair toerental con‐
troleren, resp. corrigeren.
70
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
Het motorapparaat nooit onbeheerd laten
draaien.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op hellingen,
in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden!
Op obstakels letten: boomstronken, wortels –
struikelgevaar!
2.7.1
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
– Altijd een hoogwerker gebruiken
– Nooit op een ladder of staande in de boom
werken
– Nooit op onstabiele plaatsen werken
– Nooit met één hand werken
Bij gebruik van gehoorbeschermers moet extra
omzichtig en bedachtzaam worden gewerkt –
omdat geluiden die op gevaar wijzen (schreeu‐
wen, alarmsignalen e.d.) minder goed hoorbaar
zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om vermoeidheid en
uitputting te voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen bij vol‐
doende licht en goed zicht. Voorzichtig werken,
anderen niet in gevaar brengen.
Het motorapparaat produceert giftige
uitlaatgassen, zodra de motor draait.
Deze gassen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en onverbrande kool‐
waterstoffen en benzol bevatten.
Nooit in afgesloten of slecht geventi‐
leerde ruimtes met het motorapparaat
werken – ook niet met machines
voorzien van katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op plaat‐
sen met weinig ruimte, steeds voor voldoende
luchtventilatie zorgen – levensgevaar door vergif‐
tiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn, gezichtsstoornissen
(bijv. kleiner wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie, de werk‐
zaamheden direct onderbreken – deze sympto‐
men kunnen onder andere worden veroorzaakt
door een te hoge uitlaatgasconcentratie – kans
op ongelukken!
Geluidsoverlast en uitlaatgasemissie zo veel
mogelijk beperken – de motor niet onnodig laten
draaien, alleen gas geven tijdens het werk.
Niet roken tijdens het gebruik en in de directe
omgeving van het motorapparaat – brandgevaar!
Uit het brandstofsysteem kunnen ontvlambare
benzinedampen ontsnappen.
0458-555-9421-C

Werbung

loading