Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Makita EY403MP Betriebsanleitung Seite 52

Hochentaster-aufsatz
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für EY403MP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 28
Het is de verantwoordelijkheid van de werkge-
ver om ervoor te zorgen dat veiligheidsmidde-
len gebruikt worden door de gebruikers van
het gereedschap en anderen in de onmiddel-
lijke omgeving van de werkplek.
3.
Draag gehoorbescherming, zoals oorkappen,
om gehoorschade te voorkomen.
4.
Draag geschikte kleding en schoenen waar-
mee veilig kan worden gewerkt, zoals een
werkoverall en stevige schoenen met antis-
lipzolen. Draag geen loshangende kleding of
sieraden. Loshangende kleding, sieraden en lang
haar kunnen verstrikt raken in bewegende delen.
5.
Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer
u de zaagketting hanteert of de kettingspan-
ning instelt. De zaagketting kan flinke snijwonden
veroorzaken in blote handen.
6.
Gebruik persoonlijke-veiligheidsmid-
delen. Draag altijd oogbescherming.
Veiligheidsmiddelen, zoals stofmaskers, slipvaste
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm en gehoor-
bescherming, gebruikt in toepasselijke situaties,
dragen bij tot vermindering van persoonlijk letsel.
Veiligheid op de werkplek
1.
Houd het gereedschap ten minste 15 meter
uit de buurt van hoogspanningsleidingen en
communicatiekabels (inclusief de boomtakken
die ze aanraken). Als u een hoogspanningslei-
ding nadert of aanraakt met het gereedschap,
kan dat leiden tot de dood of ernstig letsel. Kijk
of er hoogspanningsleidingen of schrikdraada-
frasteringen in de buurt van het werkgebied
zijn voordat u met de werkzaamheden begint.
2.
Bedien het gereedschap alleen bij goed zicht
en daglicht. Bedien het gereedschap niet in het
donker of in mist.
Tijdens het gebruik mag u nooit op een
3.
instabiele of gladde ondergrond of op een
steile helling staan. Let in de winter op ijs en
sneeuw, en zorg er altijd voor dat u stevig
staat.
4.
Houd tijdens het gebruik omstanders en die-
ren ten minste 15 meter uit de buurt van het
gereedschap. Zet het gereedschap uit zodra
iemand dichterbij komt.
5.
Als u met twee of meer mensen werkt, houdt
u ten minste 15 meter of meer afstand tussen
elkaar, en zorg dat een leidinggevende aanwe-
zig is.
6.
Onderzoek het werkgebied op draadafrasterin-
gen, muren en andere massieve voorwerpen
voordat u met de werkzaamheden begint. Zij
kunnen de zaagketting beschadigen.
7.
Gebruik elektrisch gereedschap niet in een
explosieve atmosfeer, zoals in de buurt van
licht ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof.
Elektrisch gereedschap wekt vonken op die het
stof of de dampen kan doen ontbranden.
Voorbereidingen
Alvorens het gereedschap te monteren of af
1.
te stellen, schakelt u het gereedschap uit en
verwijdert u de accu of trekt u de bougiekap
eraf.
2.
Trek altijd veiligheidshandschoenen aan
voordat u de zaagketting hanteert of de ket-
tingspanning instelt.
Voordat u het gereedschap start, inspecteert
3.
u het gereedschap op beschadigingen, losse
bouten/moeren en verkeerde montage. Als de
zaagketting bot is, slijpt u hem. Als de zaag-
ketting verbogen of beschadigd is, vervangt
u hem. Controleer of alle bedieningshendels
en -schakelaars gemakkelijk kunnen worden
bediend. Maak de handgrepen en handvaten
schoon en droog.
Probeer nooit het gereedschap te starten als
4.
het gereedschap beschadigd of niet volle-
dig gemonteerd is. Anders kan ernstig letsel
ontstaan.
5.
Stel het schouderdraagstel af op de lichaams-
grootte van de gebruiker.
Stel de kettingspanning correct in. Vul zo
6.
nodig kettingolie bij.
Brandstof bijvullen
Zet de motor uit voordat u brandstof bijvult.
1.
Blijf uit de buurt van open vuur en vonken.
Rook nooit tijdens het bijvullen van de
brandstof. Anders kan brand en/of een explosie
ontstaan.
2.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht. Als u
brandstof bijvult in een afgesloten vertrek, kan de
brandstofdamp exploderen.
Vermijd contact met brandstof en motorolie.
3.
Adem geen brandstofdampen in. Als brandstof
of olie wordt gemorst, veegt u het onmiddellijk
van het apparaat of de grond af. Als brandstof
wordt gemorst op uw kleren, moet u onmiddel-
lijk andere kleren aantrekken om te voorkomen
dat deze vlam vatten.
4.
Draai na het bijvullen van brandstof de
brandstoftankdop stevig vast en controleer
op brandstoflekkage. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van de brandstof-
bron en bijvulplaats.
Vervoer en bewaar brandstof uitsluitend in
5.
goedgekeurde jerrycans. Houd kinderen uit de
buurt van de opgeslagen brandstof.
Het gereedschap starten
Draag de persoonlijke-beschermingsmiddelen
1.
voordat u het gereedschap start.
2.
Voordat u het gereedschap start, verzekert u
zich ervan dat zich geen personen of dieren
binnen het werkgebied bevinden.
52 NEDERLANDS

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis