6.1.2 Storingen verhelpen
Laadschacht
Leeg
Leeg of accu
ingezet
Accu ingezet
6.2 Acculader 757L35 en accu 757B35=*
6.2.1 Acculader op het product aansluiten
INFORMATIE
Wanneer de laadstekker op de laadbus is aangesloten, kan het product niet worden gebruikt.
Het product is gedurende het laden gedeactiveerd.
6.2.2 Veiligheidsuitschakeling
De veiligheidsuitschakeling van de prothese dient ter bescherming van de accu en wordt geacti
veerd bij:
•
een te hoge of te lage temperatuur
•
over- en onderspanning
•
kortsluiting
Om na een kortsluiting de elektronica weer te activeren, moet de laadstekker op de laadbus wor
den aangesloten en daarna weer van de laadbus worden afgehaald.
6.2.3 Weergave van de actuele laadtoestand
De laadtoestand kan op ieder gewenst moment worden opgevraagd.
1) Druk bij ingeschakelde prothese de toets van de laadbus korter dan een seconde in.
2) De led-indicator op de laadbus geeft informatie over de actuele laadtoestand.
108
Led van de
Gebeurtenis
laad
schacht
of
of
De acculader is defect
De acculader en de netvoeding moeten bij een geautoriseer
de Ottobock servicewerkplaats worden gecontroleerd.
De accu wordt geladen
De accu is volledig geladen
De temperatuur van de accu is te hoog
Verwijder de accu en laat hem afkoelen.
De ingezette accu is defect
De accu moet bij een geautoriseerde Ottobock servicewerk
plaats worden gecontroleerd.
1) Zet de laadstekker tegen de laadbus van de prothesekoker aan.
→ Door middel van terugmeldingen wordt aangegeven of de accu
lader goed met de prothese is verbonden (zie pagina 113).
2) Het laden begint.
→ De prothese wordt automatisch uitgeschakeld.
3) Koppel de acculader na het laden los van de prothese.