Functies
7
Functies
7.1
Informatie over het gemonteerde remsysteem
Na het aansluiten van het apparaat kan in het voertuig naar de remregeleenheid worden gezocht.
1. Sluit de ABS/EBS code reader aan, zoals in Hoofdstuk "5 Installeren", pagina 242 is beschreven.
2. Kies het menupunt "1) Scan" (scannen) (met de knoppen "UP" (omhoog) en "DOWN" (omlaag)).
3. Bevestig met de "OK"-knop.
Wordt een WABCO regeleenheid gevonden, wordt dit met naam en apparaatgeneratie
weergegeven (bijv.: TEBS-E).
7.2
Uitlezen van het foutgeheugen
Wordt in het voertuig een WABCO remsysteem door het apparaat herkend, kan het apparaat het
geheugen van de ECU uitlezen. Systeemmeldingen worden op het display met twee regels als volgt
weergegeven:
1
01) 144/1
1. Sluit de ABS/EBS code reader aan, zoals in Hoofdstuk "5 Installeren", pagina 242 is beschreven.
2. Kies het menupunt "1) Scan" (scannen) (met de knoppen "UP" (omhoog) en "DOWN" (omlaag)).
3. Bevestig met de "OK"-knop.
Het verbinden duurt enkele seconden. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt kort de
versie van het verbonden systeem weergegeven.
4. Kies het menupunt "1) View DTC's" (DTC's bekijken) (met de knoppen "UP" (omhoog) en "DOWN"
(omlaag)).
5. Bevestig met de "OK"-knop.
6. Gebruik de knoppen "UP" (omhoog) en "DOWN" (omlaag), om door de fout meldingen te navigeren.
2 3
4
(1)
Count: 1
5
1
Index-nr.
2
SPN (nummer van het getroff en onderdeel)
3
FMI (foutmodus-identifi er)
4
Achter elke foutcode wordt tussen haakjes een 1 of een
0 getoond. De 1 betekent, dat er een actieve fout in het
systeem zit, de 0 betekent, dat er een inactieve fout is
opgeslagen.
5
Geeft aan hoe vaak de fout aanwezig is.
NL
245