Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bosch AdvancedGrind 18 Handbuch Seite 16

Akku winkelschleifer
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für AdvancedGrind 18:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
16 |
Veiligheidsvoorschriften voor haakse
slijpmachines
Algemene waarschuwingen voor slijpen, schuren, bor-
stelen en doorslijpen
 Dit elektrische gereedschap is bestemd voor ge-
bruik als slijpmachine, schuurmachine, borstelma-
chine en doorslijpmachine. Neem alle waarschuwin-
gen, aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u
bij het elektrische gereedschap ontvangt in acht. Als
u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen
een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel het ge-
volg zijn.
 Dit elektrische gereedschap is niet geschikt voor po-
lijstwerkzaamheden. Toepassingen waarvoor het
elektrische gereedschap niet is voorzien, kunnen geva-
ren en verwondingen veroorzaken.
 Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabri-
kant speciaal voor dit elektrische gereedschap is
voorzien en geadviseerd. Het feit dat u het toebehoren
aan het elektrische gereedschap kunt bevestigen, waar-
borgt nog geen veilig gebruik.
 Het toegestane toerental van het inzetgereedschap
moet minstens even hoog zijn als het maximale toe-
rental dat op het elektrische gereedschap vermeld
staat. Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan,
kan breken en wegvliegen.
 De buitendiameter en de dikte van het inzetgereed-
schap moeten overeenkomen met de maatgegevens
van het elektrische gereedschap. Inzetgereedschap-
pen met onjuiste afmetingen kunnen niet voldoende af-
geschermd of gecontroleerd worden.
 Inzetgereedschappen met schroefdraadinzetstuk
moeten nauwkeurig op de schroefdraad van de uit-
gaande as passen. De gatdiameter van met een flens
gemonteerde inzetgereedschappen moet passen bij
de opnamediameter van de flens. Inzetgereedschap-
pen die niet nauwkeurig op het elektrische gereedschap
bevestigd worden, draaien ongelijkmatig, trillen sterk
en kunnen tot verlies van de controle leiden.
 Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen.
Controleer voor het gebruik altijd inzetgereed-
schappen zoals slijpschijven op afsplinteringen en
scheuren, steunschijven op scheuren of sterke slij-
tage en draadborstels op losse of gebroken draden.
Als het elektrische gereedschap of het inzetgereed-
schap valt, dient u te controleren of het beschadigd
is, of gebruik een onbeschadigd inzetgereedschap.
Als u het inzetgereedschap hebt gecontroleerd en
ingezet, laat u het elektrische gereedschap een mi-
nuut lang met het maximale toerental lopen. Daarbij
dient u en dienen andere personen uit de buurt van
het ronddraaiende inzetgereedschap te blijven. Be-
schadigde inzetgereedschappen breken meestal gedu-
rende deze testtijd.
 Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Ge-
bruik afhankelijk van de toepassing een volledige
gezichtsbescherming, oogbescherming of veilig-
heidsbril. Draag voor zover van toepassing een stof-
masker, een gehoorbescherming, werkhandschoe-
nen of een speciaal schort dat kleine slijp- en
materiaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen moeten wor-
den beschermd tegen wegvliegende deeltjes die bij ver-
schillende toepassingen ontstaan. Een stof- of adembe-
schermingsmasker moet het bij de toepassing
ontstaande stof filteren. Als u lang wordt blootgesteld
aan luid lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd.
 Let erop dat andere personen zich op een veilige af-
stand bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen
die de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke
beschermende uitrusting dragen. Brokstukken van
het werkstuk of gebroken inzetgereedschappen kunnen
wegvliegen en verwondingen veroorzaken, ook buiten
de directe werkomgeving.
 Houd het gereedschap alleen aan de geïsoleerde
greepvlakken vast als u werkzaamheden uitvoert
waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomlei-
dingen kan raken. Contact met een onder spanning
staande leiding kan ook metalen delen van het gereed-
schap onder spanning zetten en tot een elektrische
schok leiden.
1 609 92A 2LL | (8.9.16)
 Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat
het inzetgereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact
komen met het oppervlak, waardoor u de controle over
het elektrische gereedschap kunt verliezen.
 Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u
het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met
het draaiende inzetgereedschap worden meegenomen
en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
 Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het
elektrische gereedschap. De motorventilator trekt
stof in het huis en een sterke ophoping van metaalstof
kan elektrische gevaren veroorzaken.
 Gebruik het elektrische gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen deze
materialen ontsteken.
 Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloei-
bare koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water
of andere vloeibare koelmiddelen kan tot een elektri-
sche schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
 Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een
vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap,
zoals een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz.
Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van
het ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt
een ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap versneld op de
plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vast-
haakt of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in
het werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de
slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe
of van de bediener weg, afhankelijk van de draairichting
van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kun-
nen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische
gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder be-
schreven.
 Houd het elektrische gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en uw armen in een positie waarin
u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik al-
tijd de extra handgreep, indien aanwezig, om de
grootst mogelijke controle te hebben over terug-
slagkrachten of reactiemomenten bij het op toeren
komen. De bediener kan door geschikte voorzorgs-
maatregelen de terugslag- en reactiekrachten beheer-
sen.
 Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende inzet-
gereedschappen. Het inzetgereedschap kan bij de te-
rugslag over uw hand bewegen.
 Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elek-
trische gereedschap bij een terugslag wordt bewo-
gen. De terugslag drijft het elektrische gereedschap in
de richting die tegengesteld is aan de beweging van de
slijpschijf op de plaats van de blokkering.
 Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereed-
schappen van het werkstuk terugspringen en vast-
klemmen. Het ronddraaiende inzetgereedschap neigt
er bij hoeken, scherpe randen of wanneer het terug-
springt toe om zich vast te klemmen. Dit veroorzaakt
een controleverlies of terugslag.
 Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad. Zulke
inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag
of het verlies van de controle over het elektrische ge-
reedschap.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en doorslijp-
werkzaamheden
 Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereed-
schap toegestane slijptoebehoren en de voor dit
slijptoebehoren voorziene beschermkap. Slijptoebe-
horen dat niet voor het elektrische gereedschap is voor-
zien, kan niet voldoende worden afgeschermd en is niet
veilig.
 Gebogen slijpschijven moeten zodanig gemonteerd
worden dat hun slijpoppervlak niet boven de rand
van de beschermkap uit steekt. Een onjuist gemon-
teerde slijpschijf die over de rand van de slijpschijf uit-
steekt, kan onvoldoende afgeschermd worden.
 De beschermkap moet stevig op het elektrische ge-
reedschap zijn aangebracht en voor een maximum
aan veiligheid zodanig zijn ingesteld dat het kleinst
mogelijke deel van het slijptoebehoren open naar de
bediener wijst. De beschermkap helpt de bediener te
beschermen tegen brokstukken en toevallig contact
met het slijptoebehoren alsmede tegen vonken die de
kleding kunnen doen ontbranden.
 Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
geadviseerde toepassingsmogelijkheden. Bijvoor-
beeld: slijp nooit met het zijvlak van een doorslijp-
schijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor materiaalaf-
name met de rand van de schijf. Een zijwaartse
krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het toebe-
horen breken.
 Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juis-
te maat en vorm voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen steunen de slijpschijf en verminderen
zo het gevaar van een slijpschijfbreuk. Flenzen voor
doorslijpschijven kunnen verschillen van de flenzen
voor andere slijpschijven.
 Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere
elektrische gereedschappen. Slijpschijven voor gro-
tere elektrische gereedschappen zijn niet geconstru-
eerd voor de hogere toerentallen van kleinere elektri-
sche gereedschappen en kunnen breken.
Overige bijzondere waarschuwingen voor doorslijp-
werkzaamheden
 Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge
aandrukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een over-
belasting van de doorslijpschijf vergroot de slijtage en
de gevoeligheid voor kantelen of blokkeren en daardoor
de mogelijkheid van een terugslag of breuk van het slijp-
toebehoren.
 Mijd de omgeving voor en achter de ronddraaiende
doorslijpschijf. Als u de doorslijpschijf in het werkstuk
van u weg beweegt, kan in het geval van een terugslag
het elektrische gereedschap met de draaiende schijf
rechtstreeks naar u toe worden geslingerd.
 Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de werk-
zaamheden onderbreekt, schakelt u het elektrische
gereedschap uit en houdt u het rustig tot de schijf tot
stilstand is gekomen. Probeer nooit om de nog draai-
ende doorslijpschijf uit de groef te trekken. Anders
kan een terugslag het gevolg zijn. Stel de oorzaak van
het vastklemmen vast en maak deze ongedaan.
 Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw
in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat de
doorslijpschijf eerst het volledige toerental berei-
ken voordat u het doorslijpen voorzichtig voortzet.
Anders kan de schijf vasthaken, uit het werkstuk sprin-
gen of een terugslag veroorzaken.
 Ondersteun platen of grote werkstukken om het risi-
co van een terugslag door een ingeklemde doorslijp-
schijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen on-
der hun eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet
aan beide zijden worden ondersteund, vlakbij de slijp-
groef en aan de rand.
 Wees bijzonder voorzichtig bij invallend frezen in
bestaande muren of andere plaatsen zonder vol-
doende zicht. De invallende doorslijpschijf kan bij het
doorslijpen van gas- of waterleidingen, elektrische lei-
dingen of andere objecten een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerk-
zaamheden
 Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetin-
gen, maar houd u aan de voorschriften van de fabri-
kant voor de maten van schuurbladen. Schuurbladen
die over de rand van de steunschijf uitsteken, kunnen
verwondingen veroorzaken en kunnen tot blokkeren,
scheuren van de schuurbladen of terugslag leiden.
Bosch Power Tools

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis