3M DBI-SALA Nano-Lok Handbuch Seite 201

3.0 Installatie
3.1 PLANNING: Maak een plan voor uw valbeveiligingssysteem voordat u begint met uw werkzaamheden. Houd rekening
met alle factoren die uw veiligheid voor, tijdens en na een val kunnen beïnvloeden. Neem alle eisen en beperkingen die in
sectie 2 zijn gedefinieerd in overweging.
;
Bij de meeste toepassingen kan de Nano-Lok SRD aan de verankering of aan een plek op de rugzijde van het
harnas worden gekoppeld. Beide oriëntaties zijn toegestaan, met uitzondering van de in sectie 4 genoemde gevallen.
3.2 VERANKERING: Afbeelding 7 toont typische SRL-verankeringsverbindingen: Kies een verankeringspunt met minimaal
gevaar voor een vrije val en zwenkvalrisico's (zie sectie 1). Kies een stabiel verankeringspunt dat bestand is tegen de in
sectie 1 gedefinieerde statische belastingen. Als een bovenhoofdse verankering niet haalbaar is, kunnen Nano-Lok SRD's
worden vastgemaakt onder het niveau van de D-ring op de rug van de gebruiker. Voor gebruikers tot 140 kg (310 lbs)
mag het verankeringspunt zich niet meer dan 1,5 m (5 ft) onder de dorsale D-ring bevinden.
3.3 BEVESTIGING AAN HET HARNAS: Sommige SRD-modellen hebben een Single SRD- of een Twin SRD-harnasinterface
voor het bevestigen van de SRD('s) aan een volledig harnas net onder de D-ring op de rug:
;
Sommige volledige lichaamsharnassen zijn uitgerust met een persoonlijke SRD-adapter (PSRL Link), waarin de
D-ring op de rug wordt geïntegreerd met aankoppelingselementen voor aan het harnas bevestigde zelfintrekbare
apparaten (afbeelding 8). Het is ook acceptabel om de SRD met een karabiner of musketonhaak aan de D-ring op de
rug van het harnas te verbinden.
• Enkele SRD-harnasbevestiging: Als de mobiliteit van de medewerker kritiek is, kan een SRD-harnasinterface
worden gebruikt om de SRD aan de rugzijde van een volledig harnas te bevestigen, net onder de dorsale D-ring (zie
afbeelding 9). De medewerker kan zich dan met verschillende ankerpunten verbinden op de hele locatie met het
lijnuiteinde van de SRD zonder de SRD steeds opnieuw te moeten installeren. Voor het bevestigen van de SRD aan
een volledig harnas met de SRD-harnasinterface.
1. Maak ruimte bij de singelband van het harnas: Trek de bandriemen (A) uit waar ze door de onderkant
van de dorsale D-ring (B) totdat er voldoende ruimte is om de SRD-interface tussen de bandriemen en de
D-ringpadding door te schuiven.
2. De interface (het koppelstuk) van het harnas openen: Druk de vergrendelingsknoppen (C) tegelijkertijd in
en schuif de vergrendelpen (D) naar buiten.
3. Positioneer de SRD op de harnasinterface: Steek de open poort in de harnasinterface door het draaibare
oog op de SRD (E). Lus de interface door de draaibare ogen zodat de SRD uit de rug van de harnasinterface (F)
hangt.
4. Positioneer de harnasinterface rond de bandriemen: Positioneer de open poort van de harnasinterface
rond de losse bandriemen (A).
5. Sluit de harnasinterface: Duw de borgpen van de harnasinterface (D) door de losse bandriemen (A) totdat
deze op hun plaats klikken aan de andere kant van de harnasinterface. Trek de bandriemen naar achteren door
de D-ring op de rug en de rugpadding om de harnasinterface vast te maken.
;
De rode band aan het knopuiteinde van de vergrendelingspen van de harnasinterface wordt zichtbaar
als de harnasinterface wordt ontgrendeld. Zorg er, om onbedoeld losgaan van de verbinding te voorkomen,
altijd voor dat de harnasinterface is vergrendeld voordat u het harnas en de ermee verbonden SRD gebruikt.
Nalatigheid kan letsel of de dood tot gevolg hebben.
• Twin SRD-harnasbevestiging: In klimtoepassingen waar 100% tie-off nodig is, kan de SRD-harnasinterface
worden gebruikt om twee SRD's naast elkaar te bevestigen aan de rugzijde van een volledig harnas, net onder
de D-ring op de rug (zie afbeelding 9) Om twee SRD's op een volledig lichaamsharnas te bevestigen met de SRD-
harnasinterface:
1. Maak ruimte bij de singelband van het harnas: Trek de bandriemen (A) uit waar ze door de onderkant
van de dorsale D-ring (B) totdat er voldoende ruimte is om de SRD-interface tussen de bandriemen en de
D-ringpadding door te schuiven.
2. De interface (het koppelstuk) van het harnas openen: Druk de vergrendelingsknoppen (C) tegelijkertijd in
en schuif de vergrendelpen (D) naar buiten.
3. Positioneer de SRD's op de harnasinterface: Steek de open poort in de harnasinterface door het draaibare
oog op elke SRD (E). Lus de interface door de draaibare ogen zodat de SRD's uit de rug van de harnasinterface
(F) hangen.
4. Positioneer de harnasinterface rond de bandriemen: Positioneer de open poort van de harnasinterface
rond de losse bandriemen (A).
5. Sluit de harnasinterface: Duw de borgpen van de harnasinterface (D) door de losse bandriemen (A) totdat
deze op hun plaats klikken aan de andere kant van de harnasinterface. Trek de bandriemen naar achteren door
de dorsale D-ring en de rugpadding om de harnasinterface vast te maken.
;
De rode band aan het knopuiteinde van de vergrendelingspen van de harnasinterface wordt zichtbaar
als de harnasinterface wordt ontgrendeld. Zorg er, om onbedoeld losgaan van de verbinding te voorkomen,
altijd voor dat de harnasinterface is vergrendeld voordat u het harnas en de ermee verbonden SRD gebruikt.
Nalatigheid kan letsel of de dood tot gevolg hebben.
201