Voedingsspanning - Grundfos CRE Montage- Und Betriebsanleitung
Vorschau ausblenden
Andere Handbücher für CRE:
- Montage- und betriebsanleitung (772 Seiten) ,
- Betriebsanleitung (78 Seiten) ,
- Handbuch (166 Seiten)
Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
INHOUD
1.
Algemeen
2.
Installatie
2.1
Elektrische aansluiting
2.1.1
Werkschakelaar
2.1.2
Bescherming tegen aanrakingsgevaar - indirecte
aanraking
2.1.3
Aanvullende beveiliging
2.1.4
Motorbeveiliging
2.1.5
Overspanningsbeveiliging
2.1.6
2.1.7
2.2
2.3
3.
3.1
3.2
4.
5.
6.
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
7.
Alvorens met de installatie te beginnen, dient u deze
installatie- en bedieningsinstructies en de instruc-
ties voor de standaardpomp zorgvuldig te bestude-
ren. De installatie en bediening dienen bovendien
volgens de in Nederland/België geldende voorschrif-
ten en regels van goed vakmanschap plaats te vin-
den.
1. Algemeen
GRUNDFOS basic E-pompen zijn voorzien van frequentiegere-
gelde normmotoren.
De pomp bezit een aan/uit ingang voor een extern potentiaalvrij
contact, een ingang voor een extern gewenste waarde signaal en
een uitgang voor een potentiaalvrij signaal.
Het toerental van de pomp en dus de opbrengst van de pomp kan
op afstand worden bestuurt door middel van een extern 0-10 V
signaal of een potentiometer.
2. Installatie
Om een goede koeling van de motor en de elektronica te waar-
borgen, dienen de volgende maatregelen te worden genomen:
•
Kies een plaats waar de pomp afdoende wordt gekoeld.
•
De omgevingstemperatuur mag de 40°C niet overschrijden.
•
De koelribben van de motor en de ventilatorbladen dienen van
tijd tot tijd te worden gereinigd.
Zie verder de instructies van de standaard pomp.
2.1 Elektrische aansluiting
Opm.: De gebruiker of de installateur is verantwoordelijk voor het
correct aansluiten van de aarding en de beveiliging overeenkom-
stig de nationale en lokale regelgeving. Alle aansluitwerkzaamhe-
den dienen door gekwalificeerde elektromonteurs te worden uit-
gevoerd.
Maak geen aansluitingen in de klemmenkast, tenzij
de voedingsspanning naar de pomp tenminste gedu-
rende 5 minuten is uitgeschakeld.
2.1.1 Werkschakelaar
De pomp dient via een werkschakelaar aangesloten te worden
waarvan de contactafstand minimaal 3 mm bedraagt overeen-
komstig IEC 364 en waarbij alle polen, behalve de aardgeleider,
worden geschakeld.
44
2.1.2 Bescherming tegen aanrakingsgevaar - indirecte
aanraking
Pagina
De pomp moet worden geaard en beveiligd tegen in-
44
directe aanraking overeenkomstig de nationale regel-
44
geving.
44
44
De geleiders voor de beschermingsaarde dienen geel/groen (PE)
of geel/groen/blauw (PEN) gekleurd te zijn.
44
2.1.3 Aanvullende beveiliging
44
44
Indien de pomp op een elektrische installatie aangesloten is
44
waarbij een aanvullende beveiliging in de vorm van een aardlek-
44
schakelaar is toegepast, dan dient deze aardlekschakelaar van
45
de volgende symbolen te zijn voorzien:
45
45
45
Opm.: Indien een aardlekschakelaar wordt geselecteerd, dan
45
dient er bij de selectie rekening te worden gehouden het totaal
45
aan lekstromen van alle aangesloten apparatuur.
46
De lekstroom van de pomp staat weergegeven in hoofdstuk
46
6.2 Lekstroom.
47
2.1.4 Motorbeveiliging
47
De pomp heeft geen externe motorbeveiliging nodig. De motor is
47
voorzien van een thermische beveiliging tegen langzaam toene-
47
mende overbelasting en blokkering (IEC 34-11: TP 211).
47
2.1.5 Overspanningsbeveiliging
47
De pomp is d.m.v. varistors, tussen de fase en nul en tussen fase
47
en aarde, tegen overspanning beveiligd.
2.1.6 Voedingsspanning
De voedingsspanning en frequentie staan op de typeplaat van de
pomp vermeld. Overtuig u ervan dat de motor geschikt is voor de
voedingsspanning waarop deze wordt toegepast.
De aansluitdraden in de klemkast van de pomp dienen zo kort
mogelijk te worden gehouden. Uitgezonderd de aardedraad, deze
dient zo lang te zijn dat deze als laatste de verbinding verbreekt
wanneer de kabel door onachtzaamheid uit de kabeldoorvoerwar-
tel wordt getrokken.
Afbeelding 1 geeft een voorbeeld weer van een aangesloten
pomp compleet met een werkschakelaar, voorzekeringen en een
aanvullende beveiliging.
Afb. 1
N
ELCB
L
PE
De actuele voedingsaansluiting wordt in afb. 2 weergegeven.
Afb. 2
MGE 71 en MGE 80
Max. 10 A
MGE 71 en MGE 80
N
PE
L
L
PE
N
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
