Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Nederlands - Philips 21090A Anwendungsinformation

Ösophagus/rektum-temperatursonde mit thermistor der serie 400
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 5

NEDERLANDS

Temperatuursensor oesofageaal/rectaal 21090A, M1837A
Met thermistor serie 400
Application Note
Beschrijving
Hypothermie en hyperthermie zijn klinische
condities waarvan algemeen erkend wordt dat
zij temperatuurbewaking noodzakelijk maken.
De voordelige disposable temperatuursensor
voor oesofageaal/rectaal gebruik van Philips
Medical Systems is een gevoelige en
nauwkeurige temperatuur-transducer voor
klinisch gebruik in omstandigheden waarbij
continue temperatuurbewaking vereist is.
De sensor is ontworpen voor inbrenging in de
slokdarm of het rectum en bestaat uit een
elektrisch geïsoleerde thermistor in een
houder van pvc. Het kogelvormige uiteinde
van de pvc houder maakt een probleemloze
inbrenging mogelijk. Lekstromen uit de
temperatuursensor (thermistor en pvc
houder) blijven ruim binnen de klinisch
aanvaardbare, niet gevaarlijke limiet. De
temperatuursensor is bedoeld voor gebruik bij
slechts één patiënt; hij is steriel verpakt en is
leverbaar in de French-maten 9 en 12.
Bereik en nauwkeurigheid
De nauwkeurigheid van de thermistor is +0,1 °C
in het meetbereik van 25 °C tot 45 °C.
Indicaties
De temperatuursensor voor oesofageaal/
rectaal gebruik kan worden toegepast in
combinatie met Philips-modules voor
temperatuurbewaking, via verlengkabels die
voorzien zijn van een 1/4 inch- (6,35 mm)
koptelefoonaansluiting of
tweepinsconnectoren.
Aanwijzingen voor het gebruik en
voorzorgsmaatregelen
1. Als een patiënt moet worden geïntubeerd
met een endotracheale tube, voer dan de
intubatie uit voordat de temperatuursensor
in de slokdarm wordt geplaatst.
2. Breng voor het inbrengen een glijmiddel
aan op de temperatuursensor en plaats de
opnemer op klinisch verantwoorde wijze.
3. Controleer de positie van de sensor
regelmatig op klinisch verantwoorde wijze.
4. Breng de connector van de sensor goed in
lijn met de connectoren van de monitorkabels
en druk deze stevig op elkaar, zodat een
goed contact gewaarborgd is. Geforceerd
aandrukken van connectoren die niet op de
goede manier gelijnd zijn, kan de connectoren
beschadigen en stroomonderbrekingen
veroorzaken.
5. Maak bij operatiehandelingen waarbij
diathermie wordt toegepast gebruik van de
thans gangbare veiligheidsprocedures, om
het risico te verkleinen dat de thermistor
en de geleidingsdraden als alternatief
aardlekkanaal voor hoogfrequente stroom
fungeren, waardoor plaatselijk
weefselverbranding kan optreden. Met de
volgende procedures wordt het risico van
elektrochirurgische brandwonden tot een
minimum beperkt:
Houd de actieve elektrode en de
aardelektrode van het diathermiesysteem
dicht bij elkaar, zodat de sensor buiten het
radiofrequentieveld blijft.
Houd de temperatuurmonitor en de
bijbehorende kabels gescheiden van
elektrochirurgiesystemen.
Er kunnen ongebruikelijke, snelle kunstmatige
variaties in de temperatuurwaarden
optreden als de sensor tegelijk met het
elektrochirurgiesysteem wordt gebruikt.
6. Hergebruik kan zorgen voor vermindering
van de fysieke of elektrische eigenschappen.
Niet hergebruiken bij een andere patiënt
wegens het gevaar op kruisinfectie.
Elektromagnetische compatibiliteit
Bij validatie van de elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) van de 21090A en
M1837A zijn tests uitgevoerd volgens de
internationale EMC-norm voor medische
apparatuur. Zie de verklaring van de fabrikant
voor verdere informatie.
Vermijden van elektromagnetische
interferentie
Als men geconfronteerd wordt met
elektromagnetische interferentie (EMI), zijn er
een aantal dingen die men kan doen om het
probleem te verminderen.
• Verwijder de bron. Mogelijke bronnen van
EMI kunnen worden uitgezet of verplaatst
om hun sterkte te reduceren.
• Verzwak de koppeling. Als de koppeling via
geleidingsdraden van accessoires verloopt,
kan de interferentie worden verminderd
door de geleidingsdraden te verplaatsen
en/of opnieuw te rangschikken.
6
• Voeg externe verzwakkers toe. Als EMI een
uitzonderlijk moeilijk probleem vormt,
kunnen externe apparaten uitkomst bieden.
Een technicus van Philips klantenservice kan
helpen vast te stellen of externe apparaten
noodzakelijk zijn.
Ongewenste reacties
Ongunstige reacties die kunnen plaatsvinden
tijdens de toepassing van deze sensoren
omvatten: onbedoelde tracheale of bronchiale
intubatie, in combinatie met obstructie van de
luchtwegen, schaafwonden en/of perforatie
van slokdarm en rectum, schaafwonden in de
pharynx en verbranding van weefsel ten
gevolge van afwijkende elektrochirurgische
RF-stroomkanalen.
Als afval afvoeren
Houd u aan de plaatselijke regels voor afvoer
als afval.
Contra-indicaties
Het gebruik van de sensor voor oesofageale/
rectale toepassing is niet aan te raden bij
neonaten en peuters die tracheostomie of
katheterisatie van de vena jugularis interna
ondergaan of operatiehandelingen waarbij
gebruik wordt gemaakt van laser.
Steriel-disposable
0123
Niet gebruiken als de
Niet
sluiting is gebroken
hergebruiken.
Gesteriliseerd
Let op, zie
m.b.v. straling
productdocumentatie

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis