Elektrische Aansluiting; Algemeen; Kabels En Leidingen; Elektrische Aansluiting Op Plaatsen Waar Ontploffingsgevaar Kan Heersen - ABB SensyTemp TSP serie Inbetriebnahmeanleitung

4

Elektrische aansluiting

4.1

Algemeen

Bij de elektrische installatie dient aandacht te worden geschonken aan de dienovereenkomstige
voorschriften. Alleen in spanningsvrije toestand aansluiten!
Omdat de voeler en meetomvormer niet uitgerust zijn met een uitschakelinrichting, dient de
installatie te worden voorzien van overstroombeschermingen, bliksembeschermingen resp.
netscheidingsmogelijkheden.
Voor de uitvoering met meetomvormer geldt: Energievoorziening en signaal worden via
dezelfde leiding geleid en dienen volgens de toepasselijke norm (standaard versie) te worden
uitgevoerd als SELV of PELV stroomkring.
In de Ex-versie dienen de richtlijnen conform Ex-norm te worden nageleefd. De gebruiker dient
te controleren of de aanwezige energievoorziening overeenkomt met de specificaties op het
typeplaatje en in de technische gegevens (zie hoofdstuk "Technische gegevens" c.q.
informatieblad).
Opmerking
De elektrische aansluiting geschiedt na de montage van de temperatuurvoeler /
meetomvormer.
De aders van de signaalkabel dienen te worden voorzien van adereindhulzen.
De max. aan te sluiten aderdiameter bedraagt 1,5 mm
van de aansluitklemmen worden met behulp van een schroevendraaier met maat 1 (3,5 mm
resp. 4 mm) aangedraaid. De diameter van de gekozen kabelschroefkoppeling dient in acht te
worden genomen. (Zie hoofdstuk "Montage").
4.1.1

Kabels en leidingen

• Maak alleen gebruik van geïsoleerde kabels en leidingen met een beproevingsspanning van
min. 500 V AC tussen geleider – aarde, geleider – afscherming en afscherming – aarde.
• Fijndradige geleiders van adereindhulzen voorzien.
• De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor de betreffende toepassingssituatie en voldoen
aan de voorwaarden t.a.v. mechanische sterkte en temperatuur.
• De elektrische aansluitleidingen moeten zodanig worden gelegd dat een mechanische
beschadiging uitgesloten is.
• Bij gebruik van PROFIBUS geschiedt het leggen/plaatsen conform EN 50 170 voor
PROFIBUS PA.
• Bij gebruik van FOUNDATION Fieldbus geschiedt het leggen/plaatsen conform IEC 61158.
4.1.2

Elektrische aansluiting op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen

De elektrische aansluiting mag alleen door vakkundig personeel tot stand worden gebracht dat
voldoende
ontstekingsbeveiliging heeft. Er dienen geschikte maatregelen te worden genomen om te
voldoen aan de Ex-temperatuurklassen.
De tot de bedrijfsmiddelen behorende verklaringen van EG-typeonderzoek maken expliciet deel
uit van deze handleiding en dienen absoluut te worden nageleefd.
De temperatuurvoelers moeten mee worden berekend in de potentiaalcompensatie.
CI/TSP-X1
kennis van het concept
SensyTemp TSP
Elektrische aansluiting
2
(AWG14). De combi-kruiskopschroeven
van de dienovereenkomstige soorten Ex-
NL - 11