5 Aanvullende informatie
Definitie van vacuüm
Voor medische aspiratieapparatuur wordt vacuüm gewoonlijk weergegeven als het verschil
(in absolute cijfers) tussen de absolute druk en de atmosferische druk of als negatieve waarde in
kPa. In dit document verwijst een waarde van -10 kPa bijvoorbeeld altijd naar een negatief druk-
bereik in kPa ten opzichte van de atmosferische omgevingsdruk (conform EN ISO 10079:1999).
Gereguleerde druk
De Thopaz + controleert de druk met regelmatige intervallen en past deze aan. De ingestelde
druk komt overeen met de druk van het totale Thopaz + -systeem.
Veiligheidsdrukbegrenzer
Het instelbare drukbereik van de Thopaz + is -0,1 tot -10 kPa (-100 mbar, -75 mmHg, -100 cmH
O).
2
Indien drukwaarden groter dan -7 kPa (-70 mbar, -53 mmHg, -70 cmH
O) worden ingesteld,
2
verschijnt de volgende waarschuwing in het display: te hoge onderdruk kan bij de patiënt pijn
en/of zware letsels veroorzaken. Deze waarschuwing moet worden bevestigd door op "OK"
te drukken voordat de onderdruk kan worden verhoogd.
Doorspoelen van de slang
De slangenset wordt automatisch elke 5 minuten doorgespoeld of als de Thopaz + een
vernauwing constateert. Zo worden verstoppingen in de patiëntslang voorkomen.
Veiligheidsgedeelte in de opvangpot
Voor een goede en veilige werking moet de Thopaz + rechtop staan. Als de Thopaz + omvalt,
beschermt de speciale constructie van de veiligheidsgedeelte in het bovenste gedeelte van de
opvangpot het hydrofiele filter tegen verstopping. De onderdruk blijft behouden. Belangrijk: zet
de Thopaz + meteen weer rechtop. Deze functie wordt uitgeschakeld, als de maximale capaciteit
van de opvangpot wordt overschreden.
Vloeistofmeting
Thopaz + detecteert de hoeveelheid vloeistof in de opvangpot door middel van een sensor in
het apparaat. Daarom moet de Thopaz + rechtop blijven binnen een tolerantie van 10° ten
opzichte van zijn as en moet de opvangpot een minimale hoeveelheid vloeistof bevatten: 25 ml
in een opvangpot van 0,3 l, 50 ml in een opvangpot van 0,8 l en 150 ml in een opvangpot van
2,0 l. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, worden de vloeistofwaarden in het grijs
weergegeven met een vloeistofsymbool met een kruis erdoor [
]. Verder verschijnt in de
actiebalk een symbool dat aangeeft dat Thopaz + niet rechtop staat [
] of een symbool
dat aangeeft dat het geconstateerde vloeistofniveau te laag is [
]. Bijkomende vloeistof
kan in deze status niet worden gemeten. De grijze vloeistofwaarden geven de laatst gemeten
vloeistofwaarden aan.
De vloeistofmetingen worden met de volgende nauwkeurigheid weergegeven: in een opvangpot
van 0,3 l +/- 1 ml, in een opvangpot van 0,8 l +/- 5 ml en in een opvangpot van 2 l +/- 10 ml.
210 |
Aanvullende informatie