B) Gebruik Van Meerdere Buitensensoren - Conrad WS-9720-IT Bedienungsanleitung

Als de meetwaarden voor de buitentemperatuur en -luchtvochtigheid niet binnen 2-3
minuten in het onderste gedeelte van het display van het weerstation weergegeven
worden, neem dan alle batterijen eruit, wacht een minuut tot alle elementen van het display
verdwenen zijn en begin weer met stap 1 (zie boven).
4. Als de meetwaarden van de buitensensor juist ontvangen en op het weerstation weerge-
geven worden, zal automatisch de ontvangst van het DCF signaal beginnen (het DCF
ontvangstsymbool (2) knippert).
Dit duurt gewoonlijk tussen 3 en 5 minuten bij goede ontvangstomstandigheden. Daarna
zal de tijd boven op het display verschijnen.
Gelieve rekening te houden met hoofdstuk 10 voor de DCF ontvangst.

b) Gebruik van meerdere buitensensoren

1. Als u de oorspronkelijke basisinstelling met één buitensensor gedaan heeft, neem dan
eerst alle batterijen uit het weerstation en de buitensensor. Wacht ten minste een minuut
tot alle elementen van het display verdwenen zijn.
2. Plaats de batterij in de eerste buitensensor (zie ook hoofdstuk 9. a).
3. Plaats binnen 30 seconden na de activering van de eerste buitensensor de batterijen in het
weerstation (zie hoofdstuk 9. a). Alle elementen van het display van het weerstation zullen
kort verschijnen. Daarna verschijnt "0:00" voor de tijd en de "weather girl".
Het weerstation zal nu proberen om de eerste buitensensor te ontvangen. Het ontvangst-
symbool voor de buitensensor knippert.
4. Na korte tijd dienen de meetwaarden voor de temperatuur en luchtvochtigheid van de
eerste buitensensor en het ontvangstsymbool (6) te verschijnen. Ga direct verder met
stap 5.
Als er geen meetwaarden voor de temperatuur en luchtvochtigheid van de eerste
buitensensor verschijnen, begin dan weer met stap 1. Zorg voor ten minste 50 cm afstand
tussen de buitensensoren en het weerstation en voor ten minste 1 m afstand t.o.v.
elektrische/elektronische apparaten en metalen onderdelen.
5. Plaats binnen 10 seconden nadat de meetwaarden van de eerste sensor op het display van
het weerstation verschijnen de batterij in de tweede buitensensor. Anders zal het weer-
station de modus voor de sensoraanmelding verlaten.
6. Plaats onmiddellijk (binnen 10 seconden) na het plaatsen van de batterij in de tweede
buitensensor de batterij in de derde buitensensor (indien beschikbaar).
7. Als er geen meetwaarden van de tweede en daarna van de derde buitensensor verschij-
nen, begin dan weer met stap 1.
115