Bevestiging Van De Kachel; Aansluiting Dubbelwandige Doorvoerbuis Op De Kachel; Onderbouwmontage Met Wanddoorvoerset; Warmeluchtverdeling En Recirculatie Lucht Bij Binneninbouw - Truma Trumatic E 2400 Gebrauchsanweisung, Einbauanweisung

Rookgasafvoerpijp (1) bij het begin in elkaar drukken zodat de
windingen tegen elkaar liggen, tot aan de kraag (3) over de
O-ring (2a) op het aansluitstuk (2) schuiven (de bocht in de
afvoer wijst naar boven) en klem (4) zo vastschroeven dat de
omgefelste rand van de klem om de kraag grijpt.
1 4
Afbeelding 15
Op het getande aansluitstuk (9) een laagje plastische carros-
seriekit – geen silicone! – aanbrengen en de verbrandings-
lucht-toevoerbuis (5) eroverheen schuiven.
Het binnenste deel van de doorvoer (11) met 3 schroeven (12)
bevestigen (let op de inbouwpositie! De letters Truma moeten
zich aan de onderkant bevinden). Plaats het buitenste deel
van de doorvoer (13) en schroef dit met 2 schroeven (14) vast.
Na elke demontage moet er een nieuwe O-ring worden
gemonteerd!

Bevestiging van de kachel

Afhankelijk van de inbouwpositie de kachel met bevestigings-
strip (a) of bevestigingshoekjes (b) stevig vastschroeven. De
dubbelwandige doorvoerbuis eventueel met buisklem ZR 24 (c)
aan de wand bevestigen (onderdelen bijgeleverd).
Afbeelding 16
Aansluiting dubbelwandige doorvoerbuis
op de kachel
Rookgasafvoerpijp (1) bij het begin in elkaar drukken zodat de
windingen tegen elkaar liggen. Klem (4) over de rookgasaf-
voerpijp (1) schuiven. De rookgasafvoerpijp tot aan de kraag (3)
over de O-ring op het aansluitstuk (2) schuiven. Met klem (4) zo
bevestigen dat de omgefelste rand van de klem om de kraag
grijpt. Verbrandingslucht-toevoerbuis (5) met klem (7) op aan-
sluitstuk (6) bevestigen.
Afbeelding 17
Na elke demontage moet er een nieuwe O-ring worden
gemonteerd!

Onderbouwmontage met wanddoorvoerset

Zie inbouwvariant afb. 2 (pagina 2).
De wanddoorvoer op een zo recht mogelijk vlak op een bui-
tenwand (skirt voertuig) monteren (zie „binneninbouw met
wandafvoerset").
2
2a 3
Indien de wanddoorvoer met hoekijzers of dergelijke on-
der de bodem moet worden gemonteerd, moet de bo-
dem van het voertuig dicht zijn en de rookgasafvoer moet altijd
ten minste tot aan de zijwand worden gelegd (zie „Plaatskeuze").
Bevestiging van de kachel
Schroef de drie bevestigingsstrip (1, 2 + 3) aan de kachel vast.
Schroef de kachel met de lipjes 1 + 2 stevig aan de bodem
van het voertuig vast. Bevestig montagebeugel (4 – acces-
soire art.-nr. 39050-74000) en lipje (3) met de schroeven (5).
Verende sluitringen onder alle schroefkoppen en moertjes
Afbeelding 18
Warmeluchtverdeling en recirculatie lucht
bij binneninbouw

Verdeling van de warme lucht

Aanzuigopeningen voor de verwarmingslucht moeten zo zijn
aangebracht dat uitlaatgassen van de motor van het voertuig
en rookgassen van de kachel niet kunnen worden aangezogen.
Door constructieve maatregelen moet gegarandeerd zijn dat
de in het interieur van het voertuig geblazen verwarmingslucht
niet kan worden verontreinigd (bijv. door oliedampen). Daaraan
wordt bijvoorbeeld bij heteluchtkachels met circulatiebedrijf zo-
wel bij montage binnen als bij montage buiten voldaan (bij he-
teluchtkachels met ventilatiebedrijf mag de frisse lucht niet uit
de motorruimte of in de buurt van de uitlaat of de afvoerope-
ning van de rookgassen van de kachel worden aangezogen).
De warme lucht (W) wordt door de kachel uitgeblazen, hetzij
direct of via een warmeluchtbuis VR 80 (Ø 80 mm).
Verwijder het rooster in de warmeluchtuitlaat van de kachel.
Buis VR 80 (Ø 80 mm) aansluiten. Na het aanbrengen van
een buisvertakking kunnen ook de buizen VR 72 (Ø 72 mm),
ÜR (Ø 65 mm) of ZR 18 (Ø 49 mm) verder worden gelegd.
Om oververhitting te voorkomen, moet er ten minste één lucht-
strang niet af te sluiten zijn (zwenkbaar eindstuk SCW 2). Zet
alle buisaansluitingen met parkers vast. Buizen met klemmen
bevestigen.
Het warmeluchtsysteem wordt voor elk type voertuig indivi-
dueel modulair uitgevoerd. Daarvoor is een uitgebreid acces-
soires-programma beschikbaar (zie prospectus).

Recirculatie lucht

De circulatielucht (U) wordt door de kachel weer aangezogen,
hetzij direct of via een stuk buis VR 80 (Ø 80 mm).
1. Directe aanzuiging: Is de kachel in een opbergkast of derge-
lijke ingebouwd, breng hierin dan twee gaten van Ø 75 mm
of een overeenkomstig grote opening voor de recirculatie
van de lucht aan.
Afbeelding 19
59