Yamaha E-DRIVE M12 Betriebsanleitung Seite 5

25FA86 OPM 1 - E N D
STEERING ADJUSTMENT:
• Adjust the steering tension knob to provide enough tension to allow the motor to turn freely, yet remain in any
position without being held or;
• Tighten the knob and lock the motor in a preset position to leave your hands free for fishing.
BRACKET ADJUSTMENT:
You can lock your motor in a vertical position, angle it for shallow water or tilt it completely out of the water.
• Firmly grasp the control head or composite shaft.
• Depress and hold the tilt lever.
• Tilt to any of the positions on the mounting bracket.
• Release the tilt lever.
DEPTH ADJUSTMENT:
• Firmly grasp the composite shaft and hold it steady.
• Loosen the steering tension knob and depth collar knob until the shaft slides freely.
• Raise or lower the motor to the desired depth.
• Tighten depth collar knob to secure the motor in place.
NOTE: When setting the depth be sure the top of the motor is submerged at least 30 cm to avoid churning or agitation of
surface water. The propeller must be completely submerged.
DE STUURFRICTIE INSTELLEN:
• Stel de spanknop zodanig in dat de motor vrij heen en weer kan worden bewogen, maar in dezelfde stand blijft
staan als u de stuurstang loslaat.
• Draai de knop vast en vergrendel de motor in een vooraf ingestelde stand als u beide handen wilt gebruiken,
bijvoorbeeld om te vissen.
DE BEUGEL INSTELLEN:
U kunt de motor in een verticale stand vergrendelen. In ondiep water kunt u de motor naar voren of volledig uit het water
kantelen.
• Pak de motor stevig beet bij de stuurkop of de composietschacht.
• Houd de kantelknop ingedrukt.
• Kantel de motor in een van de standen op de kantelklem.
• Laat de kantelknop los.
DE DIEPTE INSTELLEN
• Pak de motor stevig beet bij de composietschacht.
• Draai de spanknop en de diepteknop los zodat u de schacht heen en weer kunt schuiven.
• Stel de motor in op de gewenste diepte.
• Draai de diepteknop van de motor vast in de juiste stand.
OPMERKING: Als u de diepte instelt, moet u ervoor zorgen dat de kop van de motor minimaal 30 cm diep in het water ligt.
Zo voorkomt u turbulente bewegingen van het oppervlaktewater. De schroef moet zich volledig onder water bevinden.
STEUEREINSTELLUNG:
• Stellen Sie die Steuerklemmvorrichtung so ein, daß sich der Motor ungehindert steuern läßt, beim Loslassen der
Steuerpinne aber in seiner Position verbleibt.
• Ziehen Sie die Klemmvorrichtung fester an, damit der Motor in seiner vorgegebenen Steuerstellung verbleibt, so
daß Sie beide Hände beispielsweise zum Angeln frei haben.
EINSTELLUNG DER HALTERUNG:
Sie können den Motor bei Bedarf in senkrechter Stellung verriegeln, bei seichtem Wasser anwinkeln oder vollständig aus
dem Wasser herauskippen.
• Halten Sie das Verbundrohr am Steuerkopf gut fest.
• Drücken Sie auf den Kipphebel, und halten Sie diesen gedrückt.
• Kippen Sie den Motor in eine der markierten Stellungen.
• Lassen Sie den Kipphebel wieder los.
TIEFENEINSTELLUNG:
• Halten Sie das Verbundrohr in gerader Position gut fest.
• Lösen Sie die Steuerklemmvorrichtung und den Tiefeneinstellring so, daß sich das Rohr frei verschieben läßt.
• Stellen Sie den Motor auf die gewünschte Tiefe.
• Ziehen Sie den Tiefeneinstellring wieder fest, um den Motor in dieser Position zu fixieren.
HINWEIS: Achten Sie darauf, daß das Oberteil des Motors mindestens 30 cm tief eingetaucht ist, um eine unnötige
Verwirbelung des Oberflächenwassers zu vermeiden. Der Propeller muß vollständig eingetaucht sein.
30-01-2012 11:09 Pagina 5
5