Herunterladen Diese Seite drucken

Ego Power+ RM2000E Übersetzung Der Originalanleitung Seite 119

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 24
Plaats de begrenzingsdraad op 10 cm (geval 3) van een obstakel
dat minder dan 1 cm hoog is (Afb. G3).
Als u een pad met stoeptegels hebt dat op gelijke hoogte ligt met
het gazon, leg de begrenzingsdraad onder de stoeptegels.
OPMERKING: Als het pad minstens 30 cm breed is, gebruik dan de
fabrieksinstelling voor de functie Over draad rijden om al het gras dat
aan de stoeptegels grenst te maaien. Zie 10.6.1 Over draad rijden .
Plaats de begrenzingsdraad rond poort- of schuttingpalen om
er zeker van te zijn dat er voldoende afstand is. Wanneer de
begrenzingsdraad door een smalle doorgang van < 100 cm rond
een smal obstakel (< 30 cm) naar zichzelf terugdraait, gebruik
een recht stuk van 100 cm door de doorgang, zoals weergegeven
in Afb. H.
H-1
Poort-/schuttingpaal
3.3.1 Doorgangen (Afb. H)
H-2
Doorgang
Een doorgang is een stuk met aan weerszijden begrenzingsdraad, die
2 delen van het werkgebied met elkaar verbindt. De afstand tussen de
begrenzingsdraad aan weerszijden van de doorgang moet minstens
60  cm bedragen.
3.3.2 De begrenzingsdraad op een helling aanbrengen
Het product kan werken op hellingen van 50%. Hellingen die te
steil zijn, moeten worden geïsoleerd met de begrenzingsdraad. De
hellingshoek (%) wordt berekend als hoogte per m.
Voorbeeld: 10 cm / 100 cm = 10% (Afb. K).
Voor hellingen die steiler zijn dan 50% binnen het werkgebied,
isoleer de helling met begrenzingsdraad.
Voor hellingen die steiler zijn dan 20% langs de buitenrand van
het gazon, plaats de begrenzingsdraad op 35 cm van de rand
(Afb. L).
Bij hellingen grenzend aan de openbare weg, plaats langs de
buitenrand van de helling een barrière van minstens 15 cm hoog.
Als barrière kunt u een muur of een hek gebruiken.
3.3.3 Een eiland maken (Afb. M)
Als u een eiland maakt, leg de begrenzingsdraad die van en naar het
eiland loopt bij elkaar.
OPGELET: Leg geen deel van de begrenzingsdraad over de andere
draad. De delen van de begrenzingsdraad moeten evenwijdig lopen en
mogen elkaar niet kruisen.
OPGELET: Isoleer of verwijder obstakels die minder dan 5 cm hoog
zijn. Isoleer of verwijder obstakels die licht hellend zijn, bijv. stenen,
bomen of wortels. Dit voorkomt schade aan de messen van het product.
Gebruik een eiland om gebieden in het werkgebied met
de begrenzingsdraad te isoleren. Wij raden aan om alle
bevestigingsmiddelen in het werkgebied te isoleren.
Sommige obstakels zijn bestand tegen een botsing, bijv. bomen of
struiken die meer dan 5 cm hoog zijn. Het product zal tegen het
obstakel botsen en vervolgens een nieuwe richting kiezen.
Leg de begrenzingsdraad op en rond het obstakel om een eiland
te maken.
Leg de 2 delen begrenzingsdraad van en naar het eiland dicht bij
elkaar. Dit zorgt ervoor dat het product over de draad zal rijden.
Breng de 2 delen begrenzingsdraad in dezelfde haring aan. Zie
5 De draad met behulp van de haringen in de gewenste positie
plaatsen .
3.3.4 Een secundair gebied maken (Afb. N)
Maak een secundair gebied (B) als het werkgebied 2 gebieden heeft
die niet via een doorgang verbonden zijn. Het werkgebied met het
laadstation is het hoofdgebied (A).
OPMERKING: Het product moet handmatig tussen het hoofdgebied en
het secundaire gebied worden verplaatst.
Breng de begrenzingsdraad rond het secundaire gebied (B) aan om een
eiland te maken. Zie 3.3.3 Een eiland maken . Maar maak het eiland
buiten het hoofdgebied.
OPMERKING: De begrenzingsdraad moet als 1 lus rond het hele
werkgebied (A + B) worden aangebracht.
OPMERKING: Wanneer het product gras in het secundaire gebied
maait, moet de secundaire gebied-modus worden geselecteerd. Zie
10.5.1 Het werkgebied selecteren .
4. Installatie van het product
4.1 De begrenzingsdraad installeren
OPGELET: Doe geen overtollige draad in een spoel. De spoel
veroorzaakt storing bij het product.
1.
Lees en begrijp de instructies over het laadstation.
Zie 3.1 Plaatsbepaling voor het laadstation .
2.
Plaats het laadstation in het gekozen gebied.
3.
Breng de begrenzingsdraad rond het hele werkgebied aan. Start
en voltooi de installatie achter het laadstation. Steek de voorste
draad in de geleidesleuf aan de onderkant van de basis van
het laadstation. Leid beide uiteinden van de begrenzingsdraad
omhoog door de opening aan de achterkant van het laadstation.
4.
Open de connector en breng de begrenzingsdraad in de
connector aan (Afb. P1).
5.
Sluit de connector met behulp van een tang (Afb. P2).
6.
Open de afdekking van het laadstation door op de
ontgrendelingsknop te drukken (Afb. P3).
7.
Duw de voorste connector op de metalen pin van het laadstation
met de markering 'F'. Duw de achterste connector op de
metalen pin van het laadstation met de markering 'B' (Afb. P4).
OPMERKING: Knip overtollige kabel af met een draadknipper.
4.2 Het laadstation installeren
OPGELET: Zet uw voeten niet op de basis van het laadstation.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de stekkers van de
laagspanningskabel en de stroomvoorziening schoon en droog zijn
voordat u ze aansluit.
Gebruik bij het aansluiten van de stroomvoorziening alleen een
stopcontact dat is aangesloten op een aardlekschakelaar (RCD).
ROBOTMAAIER — RM4000E
NL
119

Werbung

loading

Verwandte Produkte für Ego Power+ RM2000E