Draag gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn. Totale tril-
lingswaarden (vectorsom van drie richtingen) bepaald
conform EN 62841.
De opgegeven geluidsemissiewaarden zijn gemeten
vol-gens een standaardtestmethode en kunnen wor-
den ge-bruikt om elektrische apparaten met elkaar te
vergelijken.
De aangegeven geluidsemissiewaarden kunnen ook
wor-den gebruikt als eerste indicatie van de belasting.
WAARSCHUWING
De geluidsemissies kunnen van de opgege-ven
waarde afwijken wanneer de machine daadwerke-
lijk wordt gebruikt. Dit is afhanke-lijk van de wijze
waarop het elektrisch appa-raat wordt gebruikt en
de aard van het werk-stuk dat wordt bewerkt.
Probeer om de belasting zo gering mogelijk te houden.
Zo kan bijvoorbeeld de werktijd worden beperkt. Hier-
bij moeten alle aspecten van de bedrijfscyclus in aan-
mer-king worden genomen (zoals de tijd dat de machi-
ne uit-geschakeld is en de tijd dat deze ingeschakeld
is, maar onbelast draait).
8. Montage en bediening
m Let op!
Het product voor de ingebruikstelling in ieder ge-
val volledig monteren!
• Open de verpakking en haal het apparaat er voor-
zichtig uit.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal evenals de ver-
pakkings- en transportbeveiligingen (indien voor-
handen).
• Controleer of de inhoud van de levering volledig is.
• Controleer het apparaat en de hulpstukken op trans-
portschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot na het ver-
strijken van de garantietijd.
m LET OP!
Het apparaat en de verpakkingsmaterialen zijn geen
kinderspeelgoed! Kinderen mogen niet met plastic
zakken, folies en kleine onderdelen spelen! Er be-
staat gevaar voor inslikken en verstikkingsgevaar!
De machine moet stabiel worden opgesteld, dit bete-
74 | NL
kent op bijv. een werkbank of een vast onderstel vast-
geschroefd worden. Voor dit doeleinde bevinden zich
in de machinevoet bevestigingsgaten.
• De zaagtafel moet juist gemonteerd zijn
• Voor ingebruikname moeten alle afdekkingen en
veiligheidsvoorzieningen volgens de voorschriften
zijn gemonteerd.
• De zaagband moet vrij kunnen draaien.
• Let bij al bewerkt hout op vreemde voorwerpen, zo-
als bijv. spijkers of schroeven enz.
• Controleer, voordat u op de aan/uit-schakelaar
drukt, of de zaagband correct gemonteerd is en of
de bewegende delen soepel lopen.
• Overtuig u voor het aansluiten van de machine, dat
de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met
de gegevens van het stroomnet.
Montagegereedschap
• 1 steeksleutel SW 10/13
8.1 Onderstel monteren (afb. B + C + D)
Montageonderdelen:
• 4 framepoten (a)
• Onderstelbalken onder: 2 x lang (b) + 2 x kort (c)
• Onderstelbalken boven: 2 x lang (d) + 2 x kort (e)
• 4 rubbervoeten (f), 4 ringen M8, 4 moeren M8
• Bevestigingsonderdelen (24 slotbouten M8x16, 4
zeskantbouten M8x45, 32 ringen M8, 28 moeren
M8, 4 borgringen M8)
• 2 wielen met wielopname (g) (2 slotbouten M8x20, 2
ringen 8, 2 stopmoeren M8).
• Bij de montage alle bouten licht met de hand vast-
draaien.
• 4 rubbervoeten op de onderstelpoten schroeven.
• Beide onderstelbalken onder (b + c) elk met 2 slot-
bouten M8x16, 2 ringen en 2 moeren op de frame-
poten (a) monteren.
• Monteer nu de onderstelbalken boven (d + e) met
elk 4 slotbouten M8x16, 4 ringen en 4 moeren op de
framepoten (a) zoals in afb. C weergegeven.
• Monteer de beide wielen met wielopname (g) met
2 slotbouten M8x20, 2 ringen 8, 2 stopmoeren M8
(afb. C + D)
• Een doos achter de machine leggen en de machine
voorzichtig naar achter kantelen, tot de machine op
de behuizing ligt.
• Het voorgemonteerde onderstel (afb. C) onder de
grondplaat van de lintzaag brengen, met 4 zeskant-
bouten M8x45, 8 ringen en 4 borgringen alsook 4
moeren met de hand vastschroeven.
• De machine met het onderstel op een vlakke onder-
www.scheppach.com