5.
Aanvullende mogelijkheden
5.1
De noodstroomaccu gebruiken (optie)
Als de iM.60 is voorzien van een accu, wordt deze voortdurend opgeladen door de ingebouwde acculader. De staat
van de accu wordt automatisch getest tijdens het laadproces. Als de accu niet meer aan de eisen voldoet (<22 V),
wordt de melding
het I/O-netwerk zodat een regelcomputer met de benodigde functionaliteit kan signaleren wanneer een accu niet
betrouwbaar meer is.
5.2
Voorgedefinieerde stand/zelfstandig afregelen
Als het stuursignaal of de 24VAC-voeding wordt onderbroken, kan de iM.60 de stand van de luchtinlaat zelfstandig
afregelen. Dit kan een berekende stand zijn of de voorkeursstand (voorgedefinieerd). Deze voorgedefinieerde
stand kan worden ingesteld (zie pagina 13).
Geen stuursignaal (voeding)
Wanneer het stuursignaal wordt onderbroken, gaat de luchtinlaat helemaal open (bij een 10–0V-stuursignaal) of
dicht (met een 0–10V-stuursignaal).
(A5)
getoond op het display (zie pagina 16). De staat van de accu is bovendien beschikbaar via
Stel DIP-schakelaar 7 in op OFF.
gNd
n
14