Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Het Laadstation Monteren En Plaatsen; Leggen Van De Begrenzingskabel - Parkside PMRDA 20-Li A1 Originalbetriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PMRDA 20-Li A1:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Controleer het gazon regelmatig op
stenen, takken, draden en puin dat
schade aan de machine en messen kan
veroorzaken.
Het laadstation
monteren en plaatsen
1. Plaats de laadeenheid (22) met de
twee nokken eerst in de bodemplaat
(21) van het laadstation.
2. Druk de laadeenheid (22) naar bene-
den zodat deze stevig in de bodem-
plaat zit.
3. Bevestig de laadeenheid (22) van on-
deren aan de bodemplaat (21) met de
vier bij gevoegde schroeven (19).
4. Kies voor het laadstation (17) een hori-
zontale plek nabij een stopcontact met
minstens 2 m vrij e ruimte vooraan en 1
m vrij ruimte achteraan.
Nadat u de begrenzingskabel
hebt aangelegd en aangesloten,
moet u het laadstation nog vastzetten.
Zie het hoofdstuk "Bevestiging van het
laadstation".
De afstand tot de rand wordt au-
tomatisch bepaald door de in-
formatie in het hoofdstuk "Leggen van
de begrenzingskabel".
Zorg ervoor dat het laadstation
(17) op voldoende afstand van vij -
vers, zwembaden en trappen staat.
We raden aan om het laadstation
(17) te overdekken, om weerschade
te voorkomen.
Leggen van de
begrenzingskabel
Voordat u de grasmaaier kunt gebruiken,
moet de begrenzingskabel (11) eerst rond
het gazongebied worden gelegd dat door
de grasmaaier moet worden bewerkt. Dit
kunt u op de volgende manieren doen:
- Afbakenen van het maaiveld met de
haken (13).
- Begraven van de begrenzingskabel
(11) in de grond (max. 5 cm diep).
De grasmaaier gaat ongeveer 20-
30 cm over de begrenzingskabel
heen voordat hij omkeert en een nieuw
pad zoekt. Leg de begrenzingskabel zo,
dat de robotmaaier geen schade kan aan-
richten.
We raden aan om in het begin de
begrenzingskabel (11) af te steken
met de haken (13), zodat u later nog cor-
recties kunt aanbrengen.
De maaier werkt perfect met een
begrenzingsdraadlengte tot 200 m.
Gebruik geen langere begrenzingskabel.
• Het maaiveld moet als één gesloten ge-
bied worden afgebakend (zie afbeel-
ding ).
• Parallelle begrenzingskabels (11) met
een afstand van ten minste 10 cm
worden door de grasmaaier herkend
als een obstakel en omzeild (zie afbeel-
ding
).
• Parallelle begrenzingskabels (11) met
een tussenruimte van 5 mm of minder
worden door de grasmaaier niet gede-
tecteerd en hij rij dt erover.
• Vermij d het maken van hoeken onder
een hoek van 90°. Verdeel ze in plaats
daarvan in twee hoeken van 45° (zie
afbeelding
).
• Het sensorsysteem van de grasmaaier
kan stationaire en vaste hindernissen
(muren, tuinmeubilair, enz.) die groter
zij n dan 100 mm, detecteren en vermij -
NL
BE
129

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis