12.5 Stroom meten (A)
Overschrijd nooit de maximum toegestane ingangswaarden. Raak
de circuits of circuitcomponenten nooit aan als deze spanningen
geleiden van groter dan AC 30 Vr.m.s, 42,4 V piek of DC 60 V. Dit is
levensgevaarlijk!
De spanning in het gemeten circuit mag niet hoger zijn dan 600 V.
Metingen groter dan 6 A mogen slechts gedurende maximaal 30
seconden met intervallen van 15 minuten worden uitgevoerd.
Begin stroommetingen altijd met het grootste stroombereik en
schakel daarna indien nodig op een kleiner bereik. Voordat u de
multimeter inschakelt en voordat u het meetbereik wijzigt, moet het
circuit altijd stroomloos worden gemaakt. Alle stroommeetbereiken
zijn voorzien van zekeringen en dus beschermd tegen overbelasting.
Meet geen stroomwaarden hoger dan 10 A in het 10A-bereik en geen
stroomwaarden hoger dan 600 mA in het mA/µA-bereik, anders
zullen de zekeringen activeren.
Voer de stroommeting in het mAµA-meetbereik zo snel mogelijk uit.
Continue metingen moeten worden vermeden. De PTC-technologie ver-
warmt de beschermende componenten in het meetcircuit met toenemen-
de stroomsterkte of tijdsduur van de meting. Als een gevolg neemt de
interne weerstand toe en wordt de doorvoer van stroom beperkt. Houd
hier a.u.b. meer rekening wanneer u een serie metingen uitvoert.
Wanneer het meetbereik wordt overschreden, wordt er een optisch en
akoestisch alarm geactiveerd.
Wanneer de meter wordt gebruikt voor mA/µA-metingen, maar de meter
wordt per ongeluk aangesloten op een hoog-energetische hoogspan-
ningsvoeding, dan zal de keramische buiszekering in werking treden en
waarschijnlijk doorbranden om de meter te beschermen. In een dergelijk
geval moet de doorgebrande keramische buiszekering worden vervan-
gen door een nieuwe.
Als de PTC-zekering is geactiveerd (gestaag afnemende meetindicator,
"OL" of alarm), stop dan de meting en schakel de DMM uit (OFF). Wacht
ongeveer 5 minuten. De zelfherstellende zekering zal afkoelen en vervol-
gens weer functioneren.
168