12.10 Contactloze AC-spanningstest "NCV"
Zorg ervoor alle meetpoorten onbezet zijn. Verwijder alle meetkabels en
adapters van het meetinstrument.
Deze functie dient slechts als een hulpmiddel. Voordat u aan deze ka-
bels begint te werken, moet u contactmetingen
uitvoeren om te controleren of er geen spanning
aanwezig is.
Test deze functie vooraf op een bekende wissel-
spanningsbron.
1. Draai de functiedraaiknop naar NCV.
"EF" en "NCV" zullen op de display worden weer-
Æ
gegeven.
2. Richt het contactloze spanningssensorpunt op de test-
plek (max. 5 mm). Voor getwiste kabels wordt het aan-
bevolen om de kabel aan te raken met het uiteinde van
de contactloze spanningssensor.
Als er wisselstroom wordt waargenomen, begint de
Æ
driekleurige indicator-led te branden en klinkt de
zoemer.
Hoe hoger de spanning, hoe hoger de frequentie
Æ
waarop de zoemer zal piepen.
De driekleurige indicator-led verandert van groen in geel in rood naargelang
Æ
de spanning verhoogt.
3. Schakel het apparaat UIT nadat u alle metingen hebt uitgevoerd.
157