23 - RELAISUITGANG OPTIES
De besturingseenheid beschikt over drie relaisuitgangen met droog
contact, normaal open, die via de parameters REL1 , REL2 en
REL3 met verschillende functies kunnen geconfigureerd worden.
De uitgangen REL1 en REL2 zijn voor algemeen gebruik (max.
stroom 5A op 250V) terwijl de uitgang REL3 voornamelijk is
bestemd voor de besturing van de electrorem van de motor
(max. stroom 16A op 250V).
In onderstaande tabel worden de beschikbare functies en de in
te stellen waarden voor de parameters
gegeven
FUNCTIE
Slot
Open commando
Sluit commando
Onderhoud signaleringen
Controle van de
electrorem
Test van de veiligheden
Custom
Verlichting
Sluit de inrichting, gestuurd door de uitgang REL1 met de
klemmen Z4 en Z3 aan.
Sluit de inrichting, gestuurd door de uitgang REL2 met de
klemmen Z6 en Z5 aan.
Sluit de inrichting, gestuurd door de uitgang REL3 met de
klemmen B2 en B1 aan.
m
De uitgangen van de relais werken als gewone
schakelaars en leveren geen voeding.
De voeding van de inrichting V
besturingseenheid of van de lijn genomen worden.
Als de voeding van de accessoires 24Vac of 12 Vdc
wordt gebruikt, moet men controleren of de vereiste
stroom overeenstemt met de stroom geleverd door de
besturingseenheid.
OUTPUT
V
SUPPLY
V
SUPPLY
a
Parameter
DEFAULT =
REL1
a
Parameter
REL2
,
en
REL1
REL2
REL3
WAARDE
REL1 REL2 REL3
•
SERR
•
APRE
•
CHIU
•
SERV
•
FR.NO
FR.NC
•
•
TEST
•
•
CUST
•
•
•
LUCI
kan van de
supply
Z6
Z5
Z4
Z3
Z2
Z1
REL2
REL1
(verlichting)
LUCI
DEFAULT =
(geen functie)
NO
23.1 - VERLICHTING
De verlichting kan op de volgende wijze werken;
1. Timer voor commando
De lichten gaan aan wanneer de opening wordt bevolen en
blijven aan tijdens de ingestelde tijd.
Kies de waarde
T.LUC
gewenste tijd in.
2. In beweging + timer
De lichten gaan aan wanneer de opening wordt bevolen;
wanneer de deur stopt (open of dicht) blijven de lichten nog
aan tijdens de ingestelde tijd.
Kies de waarde
CICL
gewenste tijd in.
3. Timer voor commando AUX
De lichten worden via een afstandsbediening geactiveerd,
vastgelegd op het kanaal 4 van de ontvanger MR en blijven
aan tijdens de ingestelde tijd. Kies de waarde
parameter
en stel de gewenste tijd in.
AUX
4. Monostabiel lichten
De lichten worden via een afstandsbediening geactiveerd,
vastgelegd op het kanaal 4 van de ontvanger MR en blijven
aan tijdens de duur van de verzending van het commando.
Kies de waarde
MONO
5. Bistabiel lichten
De lichten worden via een afstandsbediening geactiveerd,
vastgelegd op het kanaal 4 van de ontvanger MR: een eerste
commando schakelt de lichten in, een tweede commando
schakelt ze uit.
Kies de waarde
BIST
6. Bistabiel + time-out
De lichten worden via een afstandsbediening geactiveerd,
vastgelegd op het kanaal 4 van de ontvanger MR en blijven
aan tijdens de ingestelde tijd. Een tweede verzending voor de
tijd is verlopen, doet de lichten uitgaan. Kies de waarde
in de parameter
AUX
23.2 - SLOT
De relais wordt drie seconden gesloten telkens een
openingsmanoeuvre begint.
De werking van het electroslot kan met de volgende functies
ondersteund worden:
1. Slotbijstand: alvorens een opening te starten, wordt de deur
een korte tijd in de sluiting gestuurd om de ontgrendeling van
het slot te vereenvoudigen.
Om deze functie te activeren, moet de tijd van de drukstoot via
de parameter
T.AR
2. Aandrukken bij einde sluiting: na het sluiten wordt de
deur nog een korte tijd op vol vermogen gestuurd om het
vastspringen van het slot te vergemakkelijken. Om deze functie
te activeren, moet de tijd van de sluitingstoot via de parameter
worden ingesteld
T.CVE
- 173 -
in de parameter
en stel de
LUCI
in de parameter
en stel de
LUCI
TIM
in de parameter
AUX
in de parameter
AUX
en stel de gewenste tijd in.
worden ingesteld.
in de
TOUT