9 - MOTOR
De besturingseenheid HEAVY1 kan een driefase motor van 230V
sturen in driehoekaansluiting.
Sluit de drie fases van de motor aan met de U1 - U2 - U3
klemmen.
m
LET OP: leg de kabels van de motor aan de binnenkant
van de ferriet en rol ze op zoals weergegeven in de afbeelding
m
Sluit de aardgeleider van de motors aan met de aardaansluiting
van het voedingsnet (de HEAVY1 besturingseenheid is voorzien
van twee hiervoor bestemde klemmen G1 en G2).
Controleer of de motor in de correcte richting draait:
1. Voed de besturingseenheid en beweeg de deur door activering
van de manuele werkmodus (hoofdstuk 22)
2. Keer de aansluiting van de twee klemmen om als de
verplaatsrichting verkeerd is
3. Schakel de voeding uit
9.1 - ELECTROREM
Om er zeker van te zijn dat de deur onder het gewicht niet
beweegt zijn sommige motors voorzien van een electrorem die
moet ontkoppeld worden alvorens de motor te sturen.
De besturingseenheid is voorzien van een relais, aangesloten met
de klemmen B1-B2 die voor deze functie kan worden gebruikt.
De spanning die nodig is om de electrorem te activeren
verschilt van motor tot motor en dus levert de relais enkel een
droogcontact en moet hij met de geschikte voedingsspanning
worden aangesloten.
Om deze functie te benutten, moet de parameter REL3 worden
ingesteld. Kies tussen twee werkmodusn:
1.
: de rem wordt bekrachtigd om ontkoppeld te worden
FR.NO
wanneer de deur moet bewegen.
Als de besturingseenheid uit is, is de motor geblokkeerd.
: de rem wordt bekrachtig om de deur te blokkeren
2.
FR.NC
wanneer ze moet stilstaan. Als de besturingseenheid uit is, is
de deur vrij.
U3
U2
U1
MOTOR
M
BRAKE
B2 B1
BRAKE
V
BRAKE
- 162 -
9.2 – WERKING VAN DE MOTOR
De motorsnelheid kan worden ingesteld met verschillende
waarden afhankelijk van de verschillende fasen van de
openingscyclus.
Elke openingscyclus van de deur bestaat uit 5 fases:
1. Verloop van de versnelling
De snelheid van de deur neemt geleidelijk toe van de
minimumsnelheid (5Hz) naar de normale snelheid (waarde
ingesteld in de parameters
VEL.A
het sluiten).
De tijd die nodig is om de normale snelheid te bereiken wordt
bepaald door de duur van het verloop van de versnelling
(parameters
voor het openen en
ACC.A
Door de waarde
in te stellen verkrijgt men een kort verloop van
0
de versnelling, dus een maximale acceleratie.
Door de waarde
in te stellen verkrijgt men een lang verloop van
6
de versnelling, dus een minimale acceleratie.
Tijdens deze fase kan men voor meer aanloop, via de menu's
en
, het vermogen tot 30% doen toenemen.
SPUN
SP.CH
2. Slag op normale snelheid
Na het verloop van de versnelling zal de deur zich op de snelheid,
ingesteld in de parameters
VEL.A
(voor sluiting) bewegen tot de vertragingsfase begint.
In dit stadium wordt de motor 100% door het vermogen
gestuurd.
Het vermogen dat aan de motor wordt geleverd kan middels
de parameters
(voor opening) en
POT.A
verminderd worden.
3. Vertraging
Wanneer het punt wordt bereikt waarin de vertraging begint,
(hoofdstuk 17) zal de besturingseenheid geleidelijk de
motorsnelheid verminderen tot de waarde wordt bereikt, ingesteld
in de parameters
(voor opening) en
VE.RA
4. Verloop van de versnelling
Als de eindschakelaar wordt bereikt, wordt de snelheid van de
deur geleidelijk op nul gebracht.
De duur van vertragingsverloop kan worden ingesteld via de
parameters
(voor opening) en
DEC.A
5. Remmen
Wanneer de motorsnelheid nul wordt, stuurt de besturingseenheid
een rembevel naar de motorfases om er zeker van te zijn dat de
motor inderdaad stopt.
De remintensiteit kan via de parameters
(voor sluiting) worden ingesteld.
FRE.C
voor het openen
voor
VEL.C
voor het sluiten).
ACC.C
(voor opening) en
VEL.C
(voor sluiting)
POT.C
(voor sluiting).
VE.RC
(voor sluiting)
DEC.C
(voor opening) en
FRE.A