V2 CITY1-EVO Bedienungsanleitung Seite 212

VISUALISERING
Err2
De display visualiseert
Err3
De display visualiseert
Err4
De display visualiseert
Err5
De display visualiseert
Err7
De display visualiseert
Err8
De display visualiseert
Err9
De display visualiseert
Er10
De display visualiseert
Er13
De display visualiseert
Er14
De display visualiseert
OMCHRIJVING
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de test van de TRIAC
mislukt is.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de test van de fotocellen
mislukt is.
Wanneer een startimpuls gegeven wordt,
gaat het hek niet open (of gaat slechts
gedeeltelijk open).
Dit betekent dat de eindschakelaar niet vrij
gekomen is of dat beide eindschakelaars
actief zijn.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de test van de
veiligheidslijsten mislukt is.
Encoder fout
Wanneer men probeert een functie van
automatisch aanleren uit te voeren, wordt
de impuls geweigerd.
Dit betekent dat de instelling van de
stuurcentrale niet compatibel is met de
gevraagde functie.
Dit betekend dat de programmering
geblokkeerd is met de sleutel voor
blokkering programmering CL1+ (code
161213).
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Betekent dat de werkingstest van de ADI-
modules mislukt is.
Het circuit voor zelfdiagnose heeft een
storing gedetecteerd die een veilige werking
van de automatisering verhindert
Het circuit voor zelfdiagnose
heeft een fout gedetecteerd in de
configuratieparametertabel
OPLOSSING
1. Controleer of de motors correct zijn aangesloten.
2. Controleer of geen ingreep van de thermische
beveiliging van de motor plaatsvond.
3. Als de motor M2 niet is aangesloten, moet u ervoor
zorgen dat de optie
ingesteld.
4. Als storingen op de motor worden waargenomen,
moet u contact opnemen met de technische service
V2 om de centrale op te sturen en te laten repareren.
1. Controleer of geen enkele obstakel de bundel van de
fotocellen onderbroken heeft op het moment waarin
de startimpuls gegeven werd.
2. Controleer of de fotocellen die door het menu
ingeschakeld zijn, daadwerkelijk geïnstalleerd zijn.
3. Indien fotocellen van type 2 gebruikt worden, dient
men te controleren of het menuitem
CF.Ch
is op
4. Controleer of de fotocellen gevoed en werkzaam zijn.
Onderbreek de straal en controleer of op de display
het segment van de fotocel van positie verandert.
5. Controleer of de fotocellen correct aangesloten zijn
zoals aangeduid in de betreffende paragraf 5.5.
Controleer de correcte aansluiting van de eindelopen of
de effectieve beweging van de poort.
Als de eindschakelaars niet worden gebruikt, de
FC.En
parameter
1. Zorg ervoor dat het menu voor het testen van de
contactlijsten (
2. Controleer of de lijsten die door het menu
ingeschakeld zijn, daadwerkelijk geïnstalleerd zijn.
3. Controleer of de afslaglijsten correct zijn verbonden,
zoals aangeduid in het hoofdstuk 5.6
Controleer de aansluiting van de encoder
1. Controleer of de startingangen in de standaard modus
geactiveerd zijn (
2. Controleer of de ADI interface is gedeactiveerd
i.Adi
( menu ingesteld op
Om verder te gaan met de wijziging van de instellingen
is het nodig om dezelfde sleutel die gebruikt is om de
blokkering van de programmering te activeren in de
connector van de ADI-interface te steken.
1. Controleer of de ADI module correct is ingeschakeld
2. Controleer of de ADI module niet is beschadigd en
correct werkt
Neem contact op met de technische assistentie-service
van V2 om de besturingseenheid ter reparatie te
verzenden
Ga naar het configuratiemenu, controleer zorgvuldig
alle parameters en corrigeer eventuele fouten. Als de
fout aanhoudt, neemt u contact op met de technische
assistentie van V2 om de besturingseenheid ter reparatie
te verzenden
- 210 -
t.AP2
van het menu op
Fot2
.
op no instellen.
Co.tE
) correct is geconfigureerd.
Strt
menu ingesteld op
no
).
0.0"
is
ingesteld
StAn
)