Stuur/Stuurpenverstelling - Urban Arrow Shorty Gebrauchsanweisung

4.1.2 Stuur/stuurpenverstelling

De stuurpositie kan aan uw persoonlijke voorkeur worden
aangepast. Door de hoek van de stuurpen aan te passen verandert
de stuurhoogte en de afstand tussen de berijder en het stuur.
De hoek van het stuur en de hoek van de stuurpen worden als volgt
aangepast:
2
Gebruik een 5mm inbussleutel om de aanpassingen uit te
voeren.
1. Draai de stuurpen bout 108 een paar slagen tegen de klok in
om hem los te maken (zie afbeelding 9). Het is niet nodig om
de bout verder te draaien.
2. Stel de hoek van de stuurpen 79 en de hoek van het stuur 80
in op de gewenste instelling (zie afbeelding 10).
1
Blijf bij het afstellen altijd binnen het bereik dat op de
zijkant van de stuurpen staat aangegeven (zie afbeelding
11). Wanneer u de stuurpen op een positie buiten dit bereik
instelt, kan de stuurpen tijdens het fietsen breken. Hierdoor
kunt u de controle over de fiets verliezen.
3. Draai de bout met de klok mee om deze vast te draaien.
Gebruik één hand om één uiteinde van het stuur vast te
Tip
houden en gebruik deze om het stuur in de gewenste positie
te brengen. Gebruik uw andere hand om de bout vast te
draaien.
Gebruikshandleiding
All manuals and user guides at all-guides.com
2
6
van de stuurpen geen goede fietsinstelling heeft, heeft u mogelijk
een andere stuurpen en/of stuur nodig. Neem contact op met uw
Urban Arrow dealer voor advies.
advies nodig hebt over de montage van de fiets, neem dan contact
op met uw Urban Arrow dealer.
De bout moet tot het juiste koppel worden aangedraaid.
Te strak aandraaien kan ertoe leiden dat de bout breekt,
te weinig aandraaien van de bout kan slippen van de
stuurpen en staven veroorzaken (deze kunnen bijvoorbeeld
bewegen als u over een hobbel rijdt). Een zelfverzekerde
thuismonteur moet in staat zijn om het juiste koppel met
de hand te beoordelen. Check bijlage A voor de juiste
aandraaimomenten.
4. Ga op het zadel zitten en kijk naar voren. Draai de
handgrepen 110 om de hoek van de remhendels 78 en 81 te
optimaliseren.
De hoek van de remhendels is correct ingesteld wanneer de
remhendels visueel achter de handgrepen verdwijnen. (zie
afbeelding 12).
Controleer altijd de hoek van de remhendel nadat u de hoek
van de stuurpen hebt veranderd. Verander de hoek van
de handgrepen indien nodig. Bij een verkeerde stand van
de remhendels is het moeilijker om kracht uit te oefenen,
hetgeen tot verminderde remprestaties kan leiden.
Als u het gevoel heeft dat u door het veranderen van de hoek
Tip
Als u niet goed weet hoe u de stuurpen moet afstellen of als u
Tip
NL
93