Herunterladen Diese Seite drucken

Medi Juxta Cures Gebrauchsanleitung Seite 15

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 5
27
NEDERLANDS: AANwIJzINGEN vooR HET GEBRUIKA
en kan de verband worden aangepast aan de nieuwe afmetingen door het
rugstuk opnieuw te plaatsen volgens stappen 3, 4 en 5.
de enKelsoK en onderKous aanBrengen
in comBinatie met de juxta-cures™
STAP 1: Instrueer de patiënt om de Comfort onderkous over
het been te schuiven alvorens enkelsok of het verband aan te
brengen (de omgeslagen rand van de onderkous moet zich
bij de voet bevinden tenzij de wond net onder de zoom ligt,
draai deze dan om). De onderkous dient voor extra comfort
en wanneer er veel exsudaat wordt verwacht. De onderkous
moet over de knie heen worden getrokken en moet de enkel
bedekken. vervolgens moet de Comfort enkelsok op de voet
en over het onderste deel van de onderkous worden
geschoven. zorg ervoor dat u de enkelsok tot ver
genoeg boven de enkel optrekt zodat deze de
verband overlapt (afbeelding G). zorg er tevens
voor dat de onderkous niet geplooid raakt als u
deze bij de enkelsok instopt.
STAP 2: om het verband aan te brengen moet
de patiënt deze rond het been plaatsen waarbij
de zwartgekleurde zijde van het materiaal naar
de huid toe ligt en de onderrand, die te
herkennen is aan het CircAid®-logo, net boven
de enkel uitkomt. Instrueer de patiënt om de
twee bovenste banden af te rollen, deze aan te
trekken zodat ze goed op elkaar aansluiten aan
de voorzijde van het been en deze losjes aan de
buitenkant van de verband vast te zetten om de
verband op zijn plaats vast te zetten (afbeelding H).
De patiënt mag de banden niet onder het verband
wegstoppen. De klittenbandhaakjes mogen niet in
contact komen met de huid of de onderkous
(afbeelding I).
STAP 3: Instrueer de patiënt, zodra de verband vastzit, om de twee onderste banden
van het verband af te rollen, deze aan te trekken zodat ze goed op elkaar aansluiten
aan de voorzijde van het been en zodat ze
overlappen met de enkelsok (afbeelding J). zodra
er sprake is van een stevige maar comfortabele
druk rondom, mag de patiënt het klittenband
van de onderste band vastzetten. Instrueer de
patiënt om altijd eerst de derde band van onderen
los te maken alvorens de tweede band van onderen
vast te zetten. Terwijl de patiënt de tweede en derde
afbeelding G
De bovenkant
van de verband
moet net onder
de knieholte
beginnen.
De onderkant van de
verband moet tot net
boven de enkel reiken.
afbeelding H
de banden niet wegstoppen. klittenbandhaken
mogen nooit met de huid in contact komen!
afbeelding J
afbeelding K
band strak houdt, dient hij of zij de tweede band van onderen aan te trekken om een
stevige maar prettige druk op te bouwen, en dient de patiënt de band aan de
buitenzijde van de verband te bevestigen. Instrueer de patiënt vervolgens om elke
band afzonderlijk om het been heen te buigen voor een prettige en plooivrije pasvorm
(afbeelding K). Instrueer de patiënt om altijd eerst de vierde band los te maken
alvorens de derde band van onderen vast te zetten. Terwijl de patiënt de laatste
twee banden om het been heen slaat, dient hij/zij de derde band van onderen aan te
trekken om een stevige maar prettige druk op te bouwen, en deze vervolgens vast
te zetten op het verband. Instrueer de patiënt om ten slotte de bovenste band aan te
trekken en deze zo op de verband vast te zetten dat deze stevig maar prettig zit.
STAP 4: Instrueer de patiënt om met behulp van de geschikte gemarkeerde drukschaal
(Built-in Pressure System™) een van de verticale hulplijnen op de onderste band in lijn
te leggen met de lijn die op de schaal met een "" is gemarkeerd. Let op waar de
tweede verticale hulplijn zich bevindt ten opzichte van het grijze blokje "
Als de tweede hulplijn het grijze blokje "
aangebracht. (afbeelding L)
Als de hulplijn het grijze blokje "
worden aangebracht, maar strakker. (afbeelding M)
Als de hulplijn voorbij het grijze blokje "
aangebracht, maar minder strak. Als de band te strak is aangebracht en de patiënt wil
de band opnieuw aanbrengen, dan moet hij/zij de band eerst helemaal loshalen.
(afbeelding N)
Toepassing van 30-50 mmHg met behulp van de meetkaart
afbeelding L
ANKLE CIRCUMFERENCE
26cm-30cm
goed
STAP 5: zodra de onderste band is bijgesteld op de juiste spanning, moet de patiënt
deze stap herhalen met behulp van de tweede set hulplijnen aan de voorkant van de
tweede band vanaf de onderkant. De patiënt moet dezelfde rand van
de kaart gebruiken en deze op dezelfde spanning instellen als voor de
onderste band. zodra de tweede band is bijgesteld op de juiste spanning,
afbeelding I
moet de patiënt deze stap herhalen voor beide overgebleven banden en
wel van beneden naar boven. De patiënt moet dezelfde rand van de kaart
gebruiken en deze op dezelfde spanning instellen als voor de andere
banden om te zorgen voor graduele druk.
STAP 6: zodra de verband is afgesteld op het juiste drukniveau moet
erop worden gelet dat er nergens tussen de banden van de verband
ruimte zit. Instrueer de patiënt om de bovenkant van de onderkous
over de bovenrand van de verband heen te rollen (afbeelding o).
WAAR DE PATIëNT OM MOET DENKEN:
• De verband moet stevig maar comfortabel aanvoelen.
• De patiënt kan op elk gewenst moment van de dag de banden zo vaak
NEDERLANDS: AANwIJzINGEN vooR HET GEBRUIKA
" raakt, is de band op de juiste spanning
" niet raakt, moet de onderste band opnieuw
" komt, moet de band opnieuw worden
afbeelding M
afbeelding N
mmHg
mmHg
ANKLE CIRCUMFERENCE
26cm-30cm
Moet strakker
Moet Minder strak
28
".
mmHg
ANKLE CIRCUMFERENCE
26cm-30cm
afbeelding o

Werbung

loading