Herunterladen Diese Seite drucken

BMW 7 Serie E 38 Einbauanleitung Seite 65

Park distance control
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 7 Serie E 38:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 41
2.7 Montage kabelbundel ultrasone omvormer achter en voor
Vouwbladzijde 2-71 openklappen!
A
Het achter op de auto aanwezige afdekkapje verwijderen. De achterste kabelbundel ultrasone omvormer (1) door
de carrosserie-opening leggen en het nieuwe doorvoerbuisje (2) aanbrengen.
Als er reeds een kabel met doorvoerbuisje in de auto aanwezig is, moet het doorvoerbuisje van de kabelbundel
ultrasone omvormer worden verwijderd. Het binnenste gedeelte van het buitenste gedeelte van het in de auto
aanwezige doorvoerbuisje scheiden en het binnenste gedeelte in de buurt van de voorgestanste opening insnijden.
De kabelbundel ultrasone omvormer door het buitenste gedeelte van het in de auto aanwezige doorvoerbuisje
leggen en in het binnenste gedeelte van het in de auto aanwezige doorvoerbuisje aanbrengen, beide delen van
het doorvoerbuisje in elkaar zetten en weer in de auto monteren.
B
Kabelbanden (3) op de lasbouten steken en de achterste kabelbundel ultrasone omvormer (4) erop bevestigen.
C
De chroom afdekkingen (5) voorzichtig van de stootlijsten zonder PDC verwijderen (zonder afbeelding) en op de
stootlijsten met PDC bevestigen. Vervolgens de ultrasone sensoren (6) in de sensor-opnamepunten (7) van de
stootlijsten met PDC aanbrengen.
Op de afbeelding is een stootlijst met PDC achter links afgebeeld, bij de andere stootlijsten met PDC moet op
dezelfde wijze te werk worden gegaan.
De positie van de sensoren is gecodeerd. Let er bij het insteken van de sensoren op dat de vergrendelingen
goed in elkaar grijpen.
D
De aansluitingen Q, R, S, T door de boorgaten (8) in de achterste bumper leggen en de bumper weer op de auto
monteren.
E
De aansluitstekker T met de sensor (9) verbinden.
Op de afbeelding is de aansluiting van de sensor op de buitenste stootlijst met PDC afgebeeld, bij de andere
sensoren moet op dezelfde wijze te werk worden gegaan.
Vervolgens de stootlijsten weer op de bumper monteren.
F
De kabelklemmen (10) in de boorgaten in de voorste luchtgeleiding (11) aanbrengen en de kabelbundel ultrasone
omvormer voor (12) eropbevestigen.
G
De kabelbundel ultrasone omvormer (16) in de kabelafdekking in de wielkast voor rechts naar de kabeldoorvoering (13)
monteren. De kabelbundel kan makkelijker door de doorvoering (13) worden gelegd, als het stekker-inzetstuk (14)
voorzichtig van het stekkerhuis (15) wordt afgenomen. Met behulp van twee stompe schroevendraaiers de
kabeldoorvoering oprekken en de kabelbundel ultrasone omvormer (16) er doorheen leggen.
H
Het tapijt (17) in de voetruimte rechts optillen om bij de kabelafdekking van de voorwand (18) te kunnen komen.
Deze kabelafdekking (18) door afschroeven van de twee kunststof moeren (19) losmaken en de kabelbundel
ultrasone omvormer (20) in het interieur van de auto trekken. De kabelbundel ultrasone omvormer (20) langs de
autokabelbundel onder de rechter instapafdeklijsten tot in de bagageruimte naar de montageplaats van het
PDC-regelapparaat monteren. De bevestigingen van de autokabelbundel voor het vastzetten van de kabelbundel
ultrasone omvormer (20) gebruiken.
I
De aansluitingen W, X, Y, Z door de boorgaten (21) in de bumper voor leggen en de bumper weer op de auto
monteren.
J
De chroom afdekkingen (22) voorzichtig van de stootlijsten zonder PDC verwijderen (zonder afbeelding) en op de
stootlijsten met PDC bevestigen. Vervolgens de ultrasone sensoren (23) in de sensor-opnamepunten (24) van de
stootlijsten met PDC aanbrengen.
Op de afbeelding is een rechter stootlijst met PDC afgebeeld, bij de andere stootlijst met PDC moet op dezelfde
wijze te werk worden gegaan.
NL/2-61

Quicklinks ausblenden:

Werbung

loading