Het Verontreinigde Gebied Betreden En Verlaten - CleanSpace HALO CS3000 Bedienungsanleitung

LET OP! Als u de luchtklemmen aan beide zijden niet kunt aansluiten omdat het beademingsapparaat strak tegen de
achterkant van uw nek trekt, verwisseld u dan naar een neksteun die geschikt is voor een grotere hoofdmaat. Zie
hierboven. Zet vervolgens opnieuw het ademhalingsapparaat op.
Met het volgelaatsmasker kan het ademhalingsapparaat los rusten
of dicht bij de nek worden gedragen. Door de balgen aan
weerszijden van het ademhalingsapparaat af te stellen, kunt u de
positie van het ademhalingsapparaat naar uw behoeften aanpassen.
Tornbewegingen: het kan voor de eenheid prettiger zijn om goed
tegen de nek te zitten.
Opzoeken: draag het ademhalingsapparaat van uw nek af.
Gebruik het balg-/afstelsysteem aan de zijkanten om het
ademhalingsapparaat af te stellen. Aanspannen: houd het masker
stabiel en druk het ademhalingsapparaat in de richting van het
masker richting de achterkant van de nek. U hoort een klikgeluid
wanneer het afstelmechanisme naar de nieuwe positie beweegt.
Losser maken: druk op elke kant op de afstelknoppen kant en trek
het ademhalingsapparaat naar achteren om het van de achterkant
van de nek te verwijderen.

12. Het verontreinigde gebied betreden en verlaten

Voordat u het verontreinigde gebied betreedt, voert u de inspecties en controles uit die in deze gebruiksaanwijzing
worden vermeld.
7. Zorg dat de afdichtingcontrole is uitgevoerd en dat de motor reageert op uw ademhaling.
8. Controleer of er geen alarmen (batterij of filter) afgaan of knipperen. Als in de werkomgeving veel lawaai is,
kunt u mogelijk de alarmen niet horen. In dit geval moet u de speciale voorzorgsmaatregelen volgen die
uiteen worden gezet in Hoofdstuk 13.
9. Zet het ademhalingsapparaat op. Controleer of andere PPE wordt gedragen, indien nodig. Het werkgebied
betreden
10. Niet het ademhalingsapparaat verwijderen totdat u het verontreinigde gebied hebt verlaten. Als u een acute en
spontane gezondheidsepisode ondervindt (bijv. duizeligheid ervaren) en denkt dat het verwijderen van het
ademhalingsapparaat terwijl u het verontreinigde gebied verlaat kan helpen, verwijder dan het
ademhalingsapparaat met de nodige voorzichtigheid.
11. Verlaat het verontreinigde gebied onmiddellijk als een van de volgende omstandigheden zich voordoet:
▪
batterij- of filteralarmen worden geactiveerd;
▪
het systeem is beschadigd;
▪
luchtstroom in het masker vermindert of stopt;
▪
ademen wordt moeilijk;
▪
u wordt duizelig of uw gezichtsvermogen is aangetast;
▪
u ruikt of proeft verontreinigingen;
▪
uw gezicht, ogen, neus of mond raken geïrriteerd.
▪
U vermoedt dat de concentratie van milieuverontreinigende stoffen niveaus heeft bereikt, waarbij dit
ademhalingstoestel mogelijk geen bescherming meer biedt of het zuurstof-/kooldioxidegehalte verandert,
zodat PAPR's niet mogen worden gedragen.
144
Stel beide zijden evenredig in.
Losmaken/afstellen