Reiniging; Basisreiniging - AHT ATHEN Betriebsanleitung

AHT Cooling Systems GmbH
Dooiwaterstop
Afb.13: Apparaat met zicht op dooiwaterstop
6. Reinig de binnenruimte en wrijf deze daarna
droog.
Apparaten type R-290: Neem de
waarschuwing in acht zie → hoofdstuk 10.
7. Monteer alle accessoires weer volgens de
voorschriften.
Monteer het deksel op de juiste wijze (zie →
8.
hoofdstuk 7) en sluit het volledig.
9. Schakel de koelfunctie in
[DEFROST]-toets
indrukken. Lamp
(3, 3a of 3b) brandt
weer groen. Zie →
hoofdstuk 4.2.1
AANWIJZING
•
Materiële schade door foutieve toepassing.
►Vul het apparaat pas met producten als de
voorgeschreven producttemperatuur is bereikt.
Apparaten die via een bussysteem verbonden zijn,
moeten bij een volledige ontdooiing op de
voedingsspanning aangesloten blijven en elektrisch
beveiligd zijn.

Reiniging

Redenen voor regelmatige en grondige reiniging

(basisreiniging):

- Garanderen van de vereiste hygiëne.
►Houd de inwendige productruimte altijd
schoon.
- Zo laag mogelijk energieverbruik.
- Zorgt voor een storingsvrij bedrijf.
- Verlenging van de levensduur van het apparaat.
WAARSCHUWING
Beschadiging van het elektrische
systeem en koudemiddelcircuit door
gebruik van stoom- of hogedrukreiniger.
Contact met spanningvoerende
onderdelen kan tot elektrische schokken
leiden. Apparaten type R-290:
koudemiddel kan ontsnappen, waardoor
een explosief gas-luchtmengsel
ontstaat. Brandgevaar door
vonkvorming of overbelasting.
►Gebruik geen stoom- of
hogedrukreiniger voor de basisreiniging
(→ zie hoofdstuk 1.6.1. en 1.6.2.1).
gedrukt21.05.2018 22:54
Toets [STANDBY]
minstens 1 sec. of
[STANDBY RESET]
minstens 3 sec. indrukken.
Op de displayweergave
verschijnt de temperatuur.
Zie → hoofdstuk
4.2.2.1/4.2.3.1
361929_0917_BA_SM_V4_06.09.2017_U_nlNL_CD.docx
VOORZICHTIG
Snijwonden bij materiaalbreuk.
Valgevaar.
►Stap tijdens het reinigen niet op of in
het apparaat.
Veiligheid in de omgang met glas zie →hoofdstuk
1.6.3.
Draag veiligheidshandschoenen bij het reiniging.
Basisreiniging
Verantwoordelijkheid: Bedieningspersoneel
Reinigingsinterval: Indien nodig (zie → hoofdstuk
10 "Inspectie op verontreiniging")
Moment van de reiniging
buitenkant: Altijd mogelijk
Binnenkant: Bij uitgeschakelde koelfunctie.
Reinigingsmiddelen:
AANWIJZING
• Materiaalschade door te hoge hoeveelheden
reinigingsmiddel.
►Gebruik alleen met reinigingsmiddel bevochtigde
reinigingsapparatuur.
Reinigingsmiddelen
Schoon water
Licht alkalisch
reinigingsmiddel bij
sterkere verontreiniging
(bijv. neutrale zeep en
water).
Glasreiniger
(geadviseerde
pH-waarde 5-7)
AANWIJZING
• Materiaalschade door verkeerde
reinigingsmiddelen.
►Gebruik geen schurende, chemisch agressieve,
sterk zure (pH-waarde <4), sterk alkalische (pH-
waarde > 8) of licht ontvlambare
reinigingsmiddelen.
Reinigingsapparatuur:
Alle reinigingsapparatuur moet schoon zijn.
Reinigingsapparaat
Voor het reinigen
Vochtige zachte
katoenen doek
Vochtige zeem of spons Apparaat binnen
Voor het drogen
Ligt bevochtigde zachte
katoenen doek
AANWIJZING
• Materiaalschade door verkeerde
reinigingsapparatuur. Beschadiging van de
oppervlakken.
Reinigingsgebied
Apparaat en
glasoppervlak buiten en
binnen
Apparaat buiten en
binnen
Glasoppervlakken buiten
Glasoppervlakken buiten
Reinigingsgebied
Apparaat en
glasoppervlakken buiten en
binnen
Apparaat en
glasoppervlakken buiten en
binnen
pagina 196