Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Vervanging Reserveonderdelen; Controle Van De Functies - Lotus RDT-105E Bedienungs- Und Wartungsanleitung

Heissluftöfen
Inhaltsverzeichnis

Werbung

NL
3.0 AUTOMATISCHE VEILIGHEIDSCONTROLES
De ovens zijn uitgerust met een serie automatische veiligheidscontroles voor het watersysteem en het elektri-
sche systeem.
3.0A Zekering van 2A: deze is in het hulpcircuit geïnstalleerd als bescherming tegen kortsluiting in het elektri-
sche systeem en is gelegen bij de bevestigingsbeugel van de schakelaars.
3.0C1 0,5A (500 mA) zekering: beveiliging voor elektrische ventilator 24V (alleen gasversie) geplaatst in zijn
eigen ondersteuning op de premix printplaat.
3.0C2 2A zekering: beveiliging voor premix printplaat voeding 220V geplaatst in zijn eigen ondersteuning op
de printplaat.
3.0D Bescherming van de motor: een thermische sensor schakelt de motor uit als er om een of andere
reden overbelasting optreedt. De motor wordt dan stopgezet en tevens worden de verwarmingselementen of
gasklep uitgeschakeld. De sensor wordt automatisch gereset als de temperatuur van de motor is gedaald.
3.0E Veiligheidsthermostaat ovenruimte: schakelt de verwarmingselementen in de elektrische modellen uit
of sluit de gasklep in de desbetreffende apparatuur.
In geval storingen optreden door oververhitting, dient de thermostaat hand-
matig te worden gereset nadat bekend is wat de oorzaak van de storing is.
3.0F Deurschakelaar onderbreekt de werking van de oven wanneer de oven-
deur wordt geopend.
3.0G Thermostatisch systeem voor de condensatie van de afvoerdam-
pen (Optionele modellen convection + humidification): bestaat uit een
magneetventiel, aangestuurd door een thermostaat waarvan de sensor bij de
afvoer is geplaatst. Het magneetventiel zorgt er middels de injector (G) voor
dat er koud water in de afvoerbuis komt om de stoom te condenseren wanneer
een temperatuur van 90°C wordt bereikt (Fig. 3.0G en 3.0G1). Wanneer het
zijpaneel van de oven verwijderd wordt, kan het condensatiesysteem via de F3
regelaar in Afb.3.0G1 op de volgende manier aangepast worden: Wanneer u de
thermostaatpin F3 tegen de klok draait totdat u een klik hoort, is de functie uit-
geschakeld. Wanneer u de pin tegen de klok draait zonder dat de limiet wordt
bereikt, activeert het stoomcondensatiesysteem wanneer de temperatuur in de
afvoerleiding ongeveer 30°C is. Wanneer u de pin met de klok draait tot aan
de limiet, activeert het condensatiesysteem wanneer de temperatuur in de af-
voerleiding ongeveer 90° C is. In onze fabriek worden de ovens uitgerust met
een F3 thermostaat ingesteld op 90° C.
3.1 VERVANGING VAN RESERVEONDERDELEN
De vervanging van beschadigde onderdelen moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Om de te vervangen onderdelen bij de fabrikant aan te vragen moet het model en serienummer van de oven op-
gegeven worden. U kan deze informatie terugvinden op het typeplaatje dat op de oven is aangebracht.
Vooraleer onderdelen te vervangen, dient u zich er om veiligheidsredenen van te verzekeren dat de elektriciteit is
uitgeschakeld en dat het water en eventueel het aan/uit-ventiel van het gas gesloten zijn.

3.2 CONTROLE VAN DE FUNCTIES

Nadat de oven geïnstalleerd is, is het nodig om een lektest van het waternetwerk uit te voeren.
De installateur moet met de daartoe geschikte meetinstrumenten nagaan dat het geluidsniveau de 70
dB niet overschrijdt.
Het label ISO 3864-1 hiernaast moet worden aangehecht op een zichtbare plaats, op 1,6
m hoogte van de grond. Voor de vloermodellen bevindt het label zich al op de geschikte
plaats. Voor de tafelmodellen wordt het label geleverd samen met de documentatie, en
dient het na de installatie bevestigd te worden op een zichtbare plaats op het toestel op
1,6 m boven de grond.
De installateur moet de correcte werking van de oven nagaan, de nodige instructies geven
aan de klant, en deze handleiding afgeven die de gebruiker nauwgezet dient op te volgen.
BELANGRIJK: Voordat de gebruiker de oven inschakelt en deze gebruikt voor een kook- of reinigingscyclus, is
het noodzakelijk dat de installateur of een gekwalificeerde technieker nagaat of alle verbindingen zijn uitgevoerd
volgens de instructies in de handleiding.
De technieker of de installateur moet de controle daarom als volgt uitvoeren:
• De oven moet geplaatst en bevestigd worden (horizontale positie) op een steun of op een schap.
De stabiliteit moet gegarandeerd zijn.
• De bekabeling moet worden aangesloten volgens de instructies en de stroomkabel mag zich niet in een positie
bevinden die lager is dan aangegeven in de handleiding.
• De druk en hardheid van het water dat naar de oven stroomt, moet overeenstemmen met de waarden die
worden aangegeven in deze handleiding.
• De afvoerleiding van de oven moet correct aangesloten worden en het gebruikte materiaal moet bestand zijn
tegen de hoge werkingstemperaturen.
Nadat alles werd gecontroleerd, open dan het aan/uit-ventiel voor het water, eventueel het aan/uit-ventiel voor
het gas en de beveiligingsschakelaar, die allemaal stroomopwaarts zijn geïnstalleerd. De installateur moet de
juiste werking van de oven controleren en de nodige instructies geven aan de gebruiker voor een correct gebruik
van de oven. De installateur moet ook nagaan dat de gebruiker een exemplaar van deze handleiding ontvangen
heeft. Na afloop moet de installateur de tabel voor een correcte installatie invullen, ondertekenen en
aan de klant geven, die deze voor de gehele garantietermijn van de oven moet bewaren.
76

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis