Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aansluiten Op Het Gasnet; Controleren Op Gaslekken; Omzetten Naar Een Andere - Lotus RDT-105E Bedienungs- Und Wartungsanleitung

Heissluftöfen
Inhaltsverzeichnis

Werbung

NL

1.9 AANSLUITEN OP HET GASNET

Verbind de oven met de aansluiting (A) met behulp van zichtbaar ge-
plaatste onbuigzame metalen buizen van gegalvaniseerd staal of ko-
per.
Gebruik nooit slangen om de oven op het gasnet aan te sluiten.
Het apparaat moet worden aangesloten op een aan-uit hoofdkraan die
gemakkelijk te bedienen is.
Gebruik een driedelig metalen verbindingsstuk om de buis en de oven
te verbinden, zodat deze gemakkelijk kan worden verwijderd.
Zorg voor een perfecte afdichting van de schroefdraden met door de
fabrikanten vermelde materialen, omdat deze speciaal geschikt zijn
voor LPG.
Het apparaat moet worden geleverd met het geschikte gastype (raadpleeg de tabel "technische gegevens" en
etiket). Het apparaat is ingesteld voor gebruik met het gastype dat op het "typeplaatje" vermeld is.

2.0 CONTROLEREN OP GASLEKKEN

Controleer na het installeren van de oven of er geen gas in de kamer lekt. Borstel hiervoor de verbindingen en
de bevestigingen met zeepwater. De luchtbellen geven aan dat er een gaslek is.
Opmerking: gebruik nooit open vuur om te controleren of er gaslekken zijn.
2.1 OMZETTEN NAAR EEN ANDERE GASSOORT
De apparaten worden normaliter geleverd om te werken met de gassoort van installatie KAT I3 ..., I2 ..., zoals
vermeld op ons etiket met technische kenmerken. Alleen als de gassoort niet bekend is, wordt de oven geleverd
om te werken in KAT II2 ..., geschikt om te worden omgezet naar een andere gassoort.
INDIEN OMZETTING NOODZAKELIJK IS, MAG DIT ALLEEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALI-
FICEERD PERSONEEL DAT IS OPGELEID DOOR DE FABRIKANT EN MET BEHULP VAN DE HIERONDER
BESCHREVEN GEREEDSCHAPPEN.
De ovenruimte is uitgerust met een verwarmingssysteem met brand-
er en voorgemengd gas.
Deze brander wordt zo genoemd omdat deze lucht en gas mengt in
een verhouding van 1:1. Deze kan branden zonder schadelijke emis-
sies te produceren, zelfs als er geen lucht meer is (meestal secun-
daire lucht genoemd), die normaal gesproken aan de onderkant van
de vlam aanwezig is.
Het systeem omvat:
1. een gasmagneetklep (A);
2. een Venturi-eenheid voor luchtafzuiging (B);
3. een elektrische ventilator (C);
4. een eenheid met 2 elektroden (D), één voor de ontsteking en de
andere voor de vlamcontrole;
5. een elektronische schakelkast (E) voor de ontsteking van de bran-
der en de vlamcontrole;
6. een elektronische schakelkast (F) voor het bijstellen van de snel-
heid van de elektrische ventilator;
7. een gasbrander van het type "premix", die direct op de elektrische
ventilator is geplaatst.
Het apparaat is getest en uitgerust om te werken met het gas dat wordt weergegeven op het gegevensplaatje
aan de rechterkant van het apparaat.
Als andere gassoorten moeten worden aangesloten, moet het omzet-
ten plaatsvinden met behulp van schroevendraaiers van 3 en 8 mm,
een frequentiemeter, een gasstromingsmeter en een verbrandings-
gasanalysator, waarbij de volgende waarschuwingen strikt ter harte
moeten worden genomen:
2.1A Drukregeling gasaansluiting
De aansluitdruk wordt met behulp van een "U"-vormige meter op de
drukingang (C) van de gasklep gemeten.
De verschillende waardes van de aansluitdruk worden weergegeven
in de tabel "Technische gegevens gasverbinding", tabel 1.8
72
Fig. 2.1A
Fig. 2.1B

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis