Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stiga ZERO TURN MOWER 915333 Gebrauchsanweisung Seite 439

Aufsitz-sichelmäher
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 69
STUURHENDELS AFSTELLE
(Afbeelding 17)
BELANGRIJK: Stel elke stuurhendel gelijk
Afstelling 1
3
2
6
Afstelling 2
1. Stuurstang
2. Bovenste regelarm
3. Afstellingsgaten
4. Excentrische afstandhouder
5. Bevestigingsmateriaal
6. Onderste regelarm
Afbeelding 20
af.
OPMERKING: Wanneer de stuurhendels
voor de eerste keer worden afgesteld, wordt
aanbevolen om deze afstellingen in de
volgende volgorde uit te voeren.
1. Afstelling van de hoogte
van de stuurhendels
1. Verwijder het bevestigingsmateriaal
dat de stuurstangen bevestigt aan
de bovenste regelarm. Verplaats
de stuurstang naar omhoog of naar
omlaag tot de montagegaten van
de stuurstangen overeenkomen met
de gekozen afstellingsgaten.
2. Monteer het bevestigingsmateriaal
en draai vast.
3. Draai alle bouten en moeren vast.
Afstelling 3
1
5
4
NL - 30
2. Afstelling van de breedte
van de stuurhendels
1. Draai het materiaal aan de basis
van de onderste regelarm los item 5.
2. Draai de excentrische afstandhouder om
de hendels verder van of dichter bij
de positie van de operator te brengen
(afbeelding 21).
Draai dit uiteinde naar de positie van de
operator toe om de stuurhendels naar
binnen te verplaatsen.
Draai dit uiteinde van de positie van de
operator weg om de stuurhendels naar
buiten te verplaatsen.
Afbeelding 21
3. Afstelling van de stuurhendel naar
voor of naar achter
1. Draai de bouten die de stuurstang
bevestigen aan de bovenste regelarm
los maar verwijder ze niet.
2. Schuif de stuurhendel naar voor of naar
achter naar de gewenste positie en draai
de bouten terug vast.
OPMERKING: Draai eerst de bovenste bout
vast.
Afstelling voorwaartse snelheid
(Afbeelding 22)
De rijsnelheid van de stuurhendels moet
mogelijk afgesteld worden als de machine
naar links of rechts gaat wanneer de beide
stuurhendels helemaal naar voren worden
geduwd. De machine hoort niet meer dan
2 voet (0.61 m) van de rechte lijn af te wijken
over een afstand van 30 voet (9.14 m).
De zijde die de eenheidsbochten naar
aanduiden dat het ritwiel op die zijde
langzamer draait dan het tegenovergestelde
ritwiel. Of het wiel dat snellere noden draait
om te vertragen of het wiel dat langzamer
noden draait om te versnellen toe te staan
dat de eenheid in een rechte lijn te reizen.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis