Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Zonnesysteem Starten; Menu Instellingen Circulatiesysteem (Systeem 3) - Bosch MS 200 Installationsanleitung

Solarmodule
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MS 200:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Solar warm water
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel door hete vloeistoffen!
▶ Wanneer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de
thermische desinfectie is ingeschakeld, moet een thermostatische
warmwatermengkraan worden geïnstalleerd.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Warmwaterrege-
Toestel
ling actief
• Een warmwatersysteem is geïnstalleerd en wordt door
de ketel geregeld.
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Een warm-
watersysteem wordt door de ketel geregeld. Het 2e
warmwatersysteem wordt met een module MM 100
(codeerschakelaar op 10) geregeld.
Thermische desinfectie, opwarmen en solaroptimalisatie
werken alleen voor het warmwatersysteem, dat door de
ketel wordt geregeld.
Externe module 1
• Een warmwatersysteem is geïnstalleerd en wordt met
een module MM 100 (codeerschakelaar op 9) geregeld.
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Beide warm-
watersystemen worden door telkens een module
MM 100 (codeerschakelaar op 9/10) geregeld.
Thermische desinfectie, opwarmen en solaroptimalisatie
werken alleen voor het warmwatersysteem, dat met de ex-
terne module 1 (codeerschakelaar op 9) wordt geregeld.
Externe module 2
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Een warm-
watersysteem wordt door de ketel geregeld. Het 2e
warmwatersysteem wordt met een module MM 100
(codeerschakelaar op 10) geregeld.
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Beide warm-
watersystemen worden door telkens een module
MM 100 (codeerschakelaar op 9/10) geregeld.
Thermische desinfectie, opwarmen en solaroptimalisatie
werken alleen voor het warmwatersysteem, dat met de ex-
terne module 2 (codeerschakelaar op 10) wordt geregeld.
Th.desinf./dag.
Ja: thermische desinfectie en dagelijkse opwarming
opw.b1
boiler 1 inschakelen.
Nee: thermische desinfectie en dagelijkse opwarming boi-
ler 1 uitschakelen.
Th.desinf./dag.
Ja: thermische desinfectie en dagelijkse opwarming
opw.b2
boiler 2 inschakelen.
Nee: thermische desinfectie en dagelijkse opwarming boi-
ler 2 uitschakelen.
Th.desinf./dag.
Ja: thermische desinfectie en dagelijkse opwarming
opw.b3
boiler 3 inschakelen.
Nee: thermische desinfectie en dagelijkse opwarming boi-
ler 3 uitschakelen.
Dagelijkse
00:00 ... 02:00 ... 23:45 h: starttijdstip voor de dagelijk-
opwarmtijd
se opwarming. De dagelijkse opwarming eindigt ten laat-
ste na 3 uur. Alleen beschikbaar wanneer de module
MS 200 in een BUS-systeem zonder warmtebron is geïn-
stalleerd (niet met alle bedieningseenheden mogelijk)
Dagel.
60 ... 80 °C: de dagelijkse opwarming eindigt bij het berei-
opwarmingtemp.
ken van de ingestelde temperatuur of wanneer de tempe-
ratuur niet wordt bereikt, ten laatste na 3 uur. Alleen
beschikbaar wanneer de module MS 200 in een BUS-sy-
steem zonder warmtebron is geïnstalleerd (niet met alle
bedieningseenheden mogelijk)
Tabel 15 Solar warm water
MS 200 – 6720879925 (2017/11)
4.5.2

Zonnesysteem starten

Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Zonnesysteem
Ja: pas na vrijgave van deze functie start de solarinstalla-
starten
tie.
Voordat u het solarsysteem in bedrijf neemt, moet u:
▶ Het solarsysteem vullen en ontluchten.
▶ De parameters voor het solarsysteem controleren en,
indien nodig, op het geïnstalleerde solarsysteem af-
stemmen.
Nee: voor onderhoudsdoeleinden kan de solarinstallatie
met deze functie worden uitgeschakeld.
Tabel 16 Zonnesysteem starten
4.6

Menu instellingen circulatiesysteem (systeem 3)

Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer de module in een BUS-systeem
zonder warmtebron is geïnstalleerd.
De basisinstellingen zijn in de instelbereiken geaccentueerd.
Het volgende overzicht beschrijft kort het menu Instellingen omlading.
De menu's en de daarin beschikbare instellingen zijn op de volgende pa-
gina's uitvoerig beschreven. De menu's zijn afhankelijk van de geïnstal-
leerde bedieningseenheid en de geïnstalleerde installatie.
Overzicht van de menu's Instellingen omlading
• Omlaadconfiguratie veranderen – Toevoegen functies van het cir-
culatiesysteem.
• Actuele omlaadconfiguratie – Grafische indicatie van het actueel
geconfigureerde circulatiesysteem.
• Omlaadparameters – Instellingen voor het geïnstalleerde circulatie-
systeem.
Omlaadparameters
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Omladen
6 ... 10 ... 20 K: wanneer het hier ingestelde verschil tus-
inschakelvers.
sen boiler 1 en boiler 3 wordt overschreden en aan alle in-
schakelvoorwaarden is voldaan, is de circulatiepomp
actief.
Omladen
3 ... 5 ... 17 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen
uitschakelversch
boiler 1 en boiler 3 wordt onderschreden, is de circulatie-
pomp uit.
Max.
20 ... 60 ... 80 °C: wanneer de temperatuur in boiler 1 de
warmwatertemp.
hier ingestelde waarde overschrijdt, dan is de circulatie-
pomp uit.
Dagelijkse
00:00 ... 02:00 ... 23:45 h: starttijdstip voor de dagelijk-
opwarmtijd
se opwarming. De dagelijkse opwarming eindigt ten laat-
ste na 3 uur.
Dagel.
60 ... 80 °C: de dagelijkse opwarming eindigt bij het berei-
opwarmingtemp.
ken van de ingestelde temperatuur of wanneer de tempe-
ratuur niet wordt bereikt, ten laatste na 3 uur.
Storingsmelding
Ja: wanneer in het circulatiesysteem een storing optreedt,
wordt de uitgang voor een storingsmelding ingeschakeld.
Nee: bij het optreden van een storing in het circulatiesy-
steem wordt de uitgang voor een storingsmelding niet in-
geschakeld (altijd spanningsloos).
Inversie: de storingsmelding is ingeschakeld, het signaal
wordt echter invers uitgestuurd. Dat betekent, dat de uit-
gang onder spanning staat en bij een storingsmelding
spanningsloos wordt geschakeld.
Tabel 17 Omlaadparameters
Inbedrijfname
133

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis