Bosch MS 200 Installationsanleitung Seite 131

Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Vacuümbuizen Ja: de solarpomp wordt tussen 6:00 en 22:00 uur elke
pompkick 15 minuten kortstondig geactiveerd om de warme koel-
vloeistof naar de temperatuursensor te pompen.
Nee: pompimpulsfunctie vacuümbuiscollectoren uitge-
schakeld.
Vacuümbuis Ja: de solarpomp 2 wordt tussen 6:00 en 22:00 uur elke
pompkick 2 15 minuten kortstondig geactiveerd om de warme koel-
vloeistof naar de temperatuursensor te pompen.
Nee: pompimpulsfunctie vacuümbuiscollectoren 2 uitge-
schakeld.
Zuid-Europafunctie Ja: wanneer de collectortemperatuur tot onder de inge-
stelde waarde ( Inschakeltemp. Zuid-Eur.fc) afneemt, is
de solarpomp actief. Daardoor wordt warm boilerwater
door de collector gepompt. Wanneer de collectortempera-
tuur de ingestelde temperatuur met 2 K overschrijdt, is de
pomp uit.
Deze functie is uitsluitend voor landen bedoeld, waar van-
wege de hoge temperaturen in de regel geen vorstschade
kan ontstaan.
Opgelet! De Zuid-Europa-functie biedt geen absolute be-
veiliging tegen vorstschade. Eventueel de installatie met
koelvloeistof vullen!
Nee: Zuid-Europafunctie uitgeschakeld.
Inschakeltemp. 4 ... 5 ... 8 °C: wanneer de hier ingestelde waarde voor de
Zuid-Eur.fc collectortemperatuur wordt onderschreden, is de solar-
pomp aan.
Collectorkoelfunc- Ja: collectorveld 1 wordt bij overschrijding van 100 °C
tie (= Maximale collectortemp. – 20 °C) via de aangesloten
noodkoeler actief gekoeld.
Nee: collectorkoelfunctie uitgeschakeld.
Tabel 10 Zonnecircuit
Boiler
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel door hete vloeistoffen!
▶ Wanneer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de
thermische desinfectie is ingeschakeld, moet een thermostatische
warmwatermengkraan worden geïnstalleerd.
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Max. temperatuur Uit: boiler 1 wordt niet opgewarmd.
boiler 1
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in boiler 1 wordt overschreden, is de solarpomp uit.
Max. temperatuur Uit: boiler 2 wordt niet opgewarmd.
boiler 2
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in boiler 2 wordt overschreden, is de solarpomp uit of
het ventiel gesloten (afhankelijk van de gekozen functie).
Max. temp. Uit: zwembassin wordt niet opgewarmd.
zwembad
20 ... 25 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in de pool wordt overschreden, is de solarpomp uit of
het ventiel gesloten (afhankelijk van de gekozen functie).
Max. temperatuur Uit: boiler 3 wordt niet opgewarmd.
boiler 3
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de hier ingestelde tempera-
tuur in boiler 3 wordt overschreden, is de solarpomp uit,
de zwembadpomp uit of het ventiel gesloten (afhankelijk
van de gekozen functie).
MS 200 – 6720879925 (2017/11)
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Voorrangsboiler Boiler 1
Boiler 2 (pool)
Boiler 3 (pool)
De hier ingestelde boiler is de voorrangboiler;  functie
2de boiler met ventiel (B), 2de boiler met pomp (C) en
3de boiler met ventiel (N). De boilers worden in de volgen-
de volgorde opgewarmd:
voorrang 1e boiler: 1 – 2 of 1 – 2 – 3
Voorrang 2e boiler: 2 – 1 of 2 – 1 – 3
Voorrang 3e boiler: 3 – 1 – 2
Testinterval 15 ... 30 ... 120 min: de solarpompen worden, op het mo-
voorrangsboil. ment dat de secundaire boiler wordt opgewarmd, met de
hier ingestelde regelmatige tussenpozen, uitgeschakeld.
Testduur voor- 5 ... 10 ... 30 min: terwijl de solarpompen zijn uitgescha-
rangsboiler keld ( Testinterval voorrangsboil.) neemt de tempera-
tuur in de collector toe en het benodigde
temperatuurverschil voor het opwarmen van de voor-
rangsboiler wordt eventueel binnen deze periode bereikt.
Looptijd ventiel 10 ... 120 ... 600 s: de hier ingestelde looptijd bepaalt,
boiler 2 hoe lang het duurt om de 3-wegklep van boiler 1 naar
boiler 2 om te schakelen of omgekeerd.
Insch.verschil 6 ... 20 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
warmtew. lertemperatuur en temperatuur aan de warmtewisselaar
wordt overschreden en aan alle inschakelvoorwaarden is
voldaan, is de boilerlaadpomp actief.
Uitsch.verschil 3 ... 17 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
warmtew. lertemperatuur en temperatuur aan de warmtewisselaar
wordt onderschreden, is de boilerlaadpomp uit.
Vorstbev. temp. 3 ... 5 ... 20 °C: wanneer de temperatuur aan de externe
warmtew. warmtewisselaar de hier ingestelde temperatuur onder-
schrijdt, is de boilerlaadpomp actief. Daardoor wordt de
warmtewisselaar beschermd tegen vorstschade.
Tabel 11 Boiler
cv-ondersteuning( )
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
6 ... 20 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
Insch.vers.
cv-onderst. lertemperatuur en cv-retour wordt overschreden en aan
alle inschakelvoorwaarden is voldaan, dan is de boiler via
de 3-wegklep in de cv-retour voor verwarmingsondersteu-
ning opgenomen.
Uitsch.vers. 3 ... 17 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen boi-
cv-onderst. lertemperatuur en cv-retour wordt onderschreden, dan
wordt de boiler via de 3-wegklep voor verwarmingsonder-
steuning gepasseerd.
Max. mengertemp. 20 ... 60 ... 90 °C: de hier ingestelde temperatuur is de
verw. maximaal toegestane temperatuur in de cv-retour die via
verwarmingsondersteuning mag worden bereikt.
Mengerlooptijd cv. 10 ... 120 ... 600 s: de hier ingestelde looptijd bepaalt,
hoe lang het duurt om de 3-wegklep of het 3-wegmengven-
tiel om te schakelen van "Boiler volledig in cv-retour opge-
nomen" naar "Bypass voor de boiler" of omgekeerd.
Tabel 12 cv-ondersteuning
Inbedrijfname
131