Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Zonnesysteem Starten; Menu Instellingen Circulatiesysteem (Systeem 3); Menu Instellingen Laadsysteem (Systeem 4); Menu Diagnose - Bosch MS 200 Handbuch

Solarmodul
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Inbedrijfstelling
4.5.2

Zonnesysteem starten

Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Zonnesysteem
Ja: Pas na vrijgave van deze functie start de solarinstallatie.
starten
Voordat u het solarsysteem in bedrijf neemt, moet u:
▶ Het solarsysteem vullen en ontluchten.
▶ De parameters voor het solarsysteem controleren en,
indien nodig, op het geïnstalleerde solarsysteem af-
stemmen.
Nee: Voor onderhoudsdoeleinden kan de solarinstallatie
met deze functie worden uitgeschakeld.
Tabel 16 Zonnesysteem starten
4.6

Menu instellingen circulatiesysteem (systeem 3)

Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer de module in een BUS-systeem
zonder warmteproducent is geïnstalleerd.
De fabrieksinstellingen zijn in de kolom "instelbereiken" vet gedrukt
weergegeven.
Het volgende overzicht beschrijft kort het menu Instellingen omlading.
De menu's en de daarin beschikbare instellingen zijn op de volgende pa-
gina's uitvoerig beschreven. De menu's zijn afhankelijk van de geïnstal-
leerde bedieningseenheid en de geïnstalleerde installatie.
Overzicht van het menu Instellingen omlading
• Omlaadconfiguratie veranderen – Functies aan circulatiesysteem
toevoegen.
• Actuele omlaadconfiguratie – Grafische weergave van het actueel
geconfigureerde circulatiesysteem.
• Omlaadparameters – Instellingen voor het geïnstalleerde circulatie-
systeem.
Omlaadparameters
Menupunt Instelbereik: functiebeschrijving
Omladen in-
6 ... 10 ... 20 K: Wanneer het hier ingestelde verschil tussen
schakel-
boiler 1 en boiler 3 wordt overschreden en aan alle inschakelvoor-
vers.
waarden is voldaan, is de boilerlaadpomp actief.
Omladen
3 ... 5 ... 17 K: Wanneer het hier ingestelde verschil tussen boiler 1
uitschakel-
en boiler 3 wordt onderschreden, is de boilerlaadpomp uit.
versch
Max. warm-
20 ... 60 ... 80 °C: Wanneer de temperatuur in boiler 1 de hier in-
watertemp.
gestelde waarde overschrijdt, dan is de boilerlaadpomp uit.
Dagelijkse
00:00 ... 02:00 ... 23:45 h: Starttijdstip voor de dagelijkse op-
opwarmtijd
warming. De dagelijkse opwarming eindigt ten laatste na 3 uur.
Dagel. op-
60 ... 80 °C: De dagelijkse opwarming eindigt bij het bereiken van
warming-
de ingestelde temperatuur of wanneer de temperatuur niet wordt
temp.
bereikt, ten laatste na 3 uur.
Storings-
Ja: Wanneer in het circulatiesysteem een storing optreedt, wordt
melding
de uitgang voor een storingsindicatie ingeschakeld.
NeeBij het optreden van een storing in het circulatiesysteem
wordt de uitgang voor een storingsindicatie niet ingeschakeld (al-
tijd spanningsloos).
Inversie: De storingsindicatie is ingeschakeld, het signaal wordt
echter invers uitgestuurd. Dat betekent, dat de uitgang onder
spanning staat en bij een storingsindicatie spanningsloos wordt
geschakeld.
Tabel 17 Omlaadparameters
4.7

Menu instellingen laadsysteem (systeem 4)

De instellingen van het laadsysteem kunnen in de bedieningseenheid on-
der warmwatersysteem I worden ingesteld. De warmwaterparameters
zijn in de bedieningseenheid beschreven.
36
4.8

Menu Diagnose

De menu's zijn afhankelijk van de geïnstalleerde bedieningseenheid en
het geïnstalleerde systeem.
4.8.1

Functietest

VOORZICHTIG:
Verbrandingsgevaar door uitgeschakelde boilertemperatuurbe-
grenzing tijdens de werkingscontrole!
▶ Sluit de tappunten.
▶ Informeer de huisbewoners over het verbrandingsgevaar.
Wanneer een module MS 200 is geïnstalleerd, wordt het menu Solar,
Omladen of Warm water getoond.
Met behulp van dit menu kunnen pompen, mengkranen en ventielen van
de installatie worden getest. Dit gebeurt door deze op verschillende in-
stelwaarden in te stellen. Of de mengkraan, de pomp of het ventiel over-
eenkomstig reageert, kan op het betreffende bestanddeel worden
gecontroleerd.
• Mengkraan, ventiel bijvoorbeeld 3-wegmengventiel
(cv-ondersteuning instellen)(instelbereik: Dicht, Stop, Open)
– Dicht: ventiel/mengkraan gaat geheel dicht.
– Stop: ventiel/mengkraan blijft in de actuele positie.
– Open: ventiel/mengkraan gaat geheel open.
4.8.2

Monitorwaarden

Wanneer een module MS 200 is geïnstalleerd, wordt het menu Solar,
Omladen of Warm water getoond.
In dit menu kan informatie over de actuele toestand van de installatie
worden opgeroepen. Hier kan bijvoorbeeld worden getoond, of de maxi-
male boilertemperatuur of de maximale collectortemperatuur is bereikt.
Beschikbare informatie en waarden zijn daarbij afhankelijk van de geïn-
stalleerde installatie. Neem de technische documenten van de warmte-
producent, de bedieningseenheid, de aanvullende module en andere
installatiedelen in acht.
Het menupunt Status toont bijvoorbeeld onder de menupunten Zonne-
pomp, cv-ondersteuning of Omladen, in welke toestand het voor de
functie relevante bestanddeel zich bevindt.
• TestMod: handmatige modus actief.
• B.bev.: blokkeerbeveiliging – pomp/ventiel wordt regelmatig kort in-
geschakeld.
• gn.warm: geen solarenergie/warmte aanwezig.
• W.aanw.: solarenergie/warmte aanwezig.
• Gew.uit: solarinstallatie niet ingeschakeld.
• Max.b.: maximale boilertemperatuur bereikt.
• Max.coll.: maximale collectortemperatuur bereikt.
• Min.coll.: minimale collectortemperatuur niet bereikt.
• Vorstb.: vorstbeveiliging actief.
• Vac.fct : vacuümbuisfunctie actief.
• U.Check: omschakelcheck actief.
• Schak: omschakeling van secundaire boiler naar voorrangsboiler of
omgekeerd.
• Voorr: voorrangsboiler wordt opgewarmd.
• Th.des.: thermische desinfectie of dagelijkse opwarming actief.
• Mng.kal: mengkraankalibratie actief.
• Meng.op: mengkraan opent.
• MenToe: mengkraan sluit.
• Meng. uit: mengkraan stopt.
4.9

Menu info

Wanneer een module MS 200 is geïnstalleerd, wordt het menu Solar,
Omladen of Warm water getoond.
MS 200 – 6720879918 (2017/11)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis