Inbedrijfname; Algemene Voorbereidingen En Controle; Vullen, Ventilatie - Wilo SiClean-Serie Einbau- Und Betriebsanleitung

8

Inbedrijfname

8.1 Algemene voorbereidingen en
controle
8.2

Vullen, ventilatie

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiClean
• Laat de elektrische aansluiting uitsluitend uitvoeren door een door
de lokale elektriciteitsleverancier goedgekeurde elektricien en
conform de lokaal geldende voorschriften.
• Neem de inbouw- en bedieningsvoorschriften voor het toebeho-
ren in acht!
Om de elektrische aansluiting tot stand te brengen, moeten de cor-
responderen inbouw- en bedieningsvoorschriften en de bijgaande
elektrische kringloopschema's geraadpleegd worden. In het alge-
meen dient rekening gehouden te worden met het volgende:
• Het type stroom en spanning van de netaansluiting moet overeen-
stemmen met de gegevens op het typeplaatje en het kringloop-
schema van de schakelkast.
• De elektrische verbindingskabel moet voldoende gedimensioneerd
zijn volgens het totale vermogen van de installatie (zie typeplaatje).
• Verbind de schakelkast en de circulatiepomp met de meegeleverde
kabel (pos. 16) en raadpleeg de montagehandleiding van de circula-
tiepomp.
• De installatie moet veiligheidshalve naar behoren geaard worden
(d.w.z. volgens de plaatselijke regelgeving en omstandigheden).
Wij bevelen aan dat de eerste inbedrijfname van de SiClean wordt uit-
gevoerd door de vertegenwoordiger van de dichtstbijzijnde Wilo-
servicedienst. U kunt ook inlichtingen inwinnen bij uw centrale ser-
vicedienst.
Het inregelventiel (pos. 9) regelt de verschildruk en past de doorsnede
van de opening aan om de doorstroming volgens de ingestelde
waarde te kunnen behouden. De waarden in de onderstaande tabel
worden af fabriek ingesteld.
SiClean...
SiClean 0,5
SiClean 1
SiClean 2
SiClean 3
SiClean 4
SiClean 5
• Voor de eerste inschakeling van de installatie moet worden gecontro-
leerd of de bedrading, met name de aarding, ter plaatse correct is aan-
gelegd.
• Controleer of de leidingaansluitingen spanningsvrij zijn.
VOORZICHTIG! Beschadiging van de pomp!
Drooglopen vernielt de circulatiepomp.
• Zorg ervoor dat de pomp niet droog loopt.
• Sluit de spoelklep (pos. 6) en de ontluchtingsklep (pos. 11).
• Open de afsluitklep van de ventilatie (pos. 8).
• Open de inlaatkleppen van de installatie (pos. 15 en 18) om deze met
water te vullen.
• Open de afvoerklep (pos. 17) nadat de installatie volledig is gevuld.
• Vul de installatie volledig.
• Controleer of de schroefverbindingen goed dicht zitten.
Kleur cartridge Instelling cartridge
Grijs
Rood
Zwart
Wit
Wit
Rood
Nederlands
5
5
8
3
4
7
41