Bescherming Tegen Elektrochemische Corrosie - Grundfos SRG.10.30.606 Montage- Und Betriebsanleitung

2 10 4 1
A1 A2
Netz
Netz 230V 40-60Hz P3VA
Rel. Ue 400V le 2.5A AC15
a
5 7
Afb. 13 Het relais bijstellen
2 10 4 1
A1 A2
Netz
arnold ag
A Grundfos Company
Lecksonden Relais
Netz 230V 50-60Hz P3VA
II (2)G [EEx ib] IIC
nur für den Anschluss von Arnold AG
Lecksonden Typ AL05 Ex
Schaltpunkt
ALR 20/A Ex
SEV 05 ATEX 0131
Sonde
5 7
Sensor
Afb. 14 Aansluitingen van ALR-20/A relais
Controleer de leksensor niet met een ohm-
N.B.
meter of andere meetinstrumenten. De
leksensor is een elektronisch component.
4.5.3 Overbelastingsrelais
De motor moet tegen overbelasting worden
beschermd via een thermisch vertragingsrelais in
overeenstemming met lokale voorschriften. Het
relais moet worden ingesteld op de nominale stroom-
sterkte die vermeld staat op het typeplaatje.
In het geval van ster-delta-inschakeling dient de
instelbare waarde I x 0,58 te zijn.
N
In alle zes netdraden (U1, V1, W1 en U2, V2, W2)
dienen elektrothermische stuurimpulsen over alle
polen opgenomen te zijn.
230
3
Rel.
b
ALR 20/A
3
Rel.
CH - 6105 Schachen
Storung
1258
4.6 Bescherming tegen elektrochemische
corrosie
Twee verschillende metalen of legeringen veroorza-
ken elektrochemische corrosie als ze door een elek-
trolyt verbonden zijn. Dit is van toepassing bij de
opstelling van meer dan één pomp in dezelfde tank.
We raden de volgende aanvullende beveiliging aan:
• galvanische scheiding van de aardedraad en de
nuldraad
• galvanische scheiding van de netvoeding door
middel van een scheidingstransformator
• anodeset.
De aardgeleider moet op zodanige wijze worden
gescheiden dat er geen directe stroom doorheen kan
gaan. Deze moet wel nog steeds werken als een
beschermende geleider. Dit kan worden bewerkstel-
ligd met een beperkende eenheid (polarisatiecel of
anti-parallelle diode) of een scheidingstransformator.
2
3
Afb. 15 Bescherming tegen elektrochemische
corrosie
Pos. Aanduiding
1 Beperkende eenheid
2 Aardedraad
3 Scheidingstransformator
Bij gebruik van een scheidingstransforma-
tor mag de verhouding tussen startstroom
Voorzichtig
en nominale stroom (I
gewijzigd.
L1
L2
L3
N
PE
1
2
/I ) niet worden
A N