4.7.2
Functiecontrole
De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 3 in acht nemen.
•
Het pompstation uitschakelen (eventueel de stekker uit het het stopcontact trekken)
•
Eventueel het deksel van de systeemtank (schacht) openen
•
De systeemtank zover met water vullen tot het schakelniveau van installatie wordt overschreden
(minimaal echter zover dat de pompen volledig onder water staan).
•
Het pompstation inschakelen (eventueel de stekker in het stopcontact steken.
– Indien aanwezig, controleren of de besturingskast wordt geïnitialiseerd
– De pomp gaat automatisch draaien
– De pomp pompt tot aan het uitschakelniveau door (de pompkop wordt weer zichtbaar).
– De pomp wordt automatisch uitgeschakeld
•
Indien aanwezig de besturingskast op storingen/alarmmeldingen controleren. Neem bij storingen/
alarmmeldingen a.u.b. de instructies in hoofdstuk 7 in acht.
2017/10
Montage
112 / 148
010-993