Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

B) Afstelling Van Het Wielspoor - Reely NEW1 Bedienungsanleitung

1:10 elektro-monstertruck 4wd kit
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für NEW1:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

De afstelling aan de vooras vindt plaats door het verdraai-
en van de bovenste/onderste kogeltappen (1). De afstel-
ling vindt plaats met een 2,5 mm zeskantsleutel (2). Let
erop dat de schroefdraad van de kogeltappen ten minste
tot 2/3 in de wieldraagarm blijft ingedraaid.
Controleer bij deze afstelling ook gelijk de speling van
de kogeltappen. Stel de kunststof inzetstukken (3) indien
nodig na met een 5 mm zeskantsleutel, in het geval de
kogeltappen te zwaar draaien of te veel speling in de la-
gers hebben.
De kogeltappen zijn met een voldoende lange
zeskantsleutel ook toegankelijk door de velgen.
In dit geval kan men zeer snel de gewijzigde
afstelling controleren.

b) Afstelling van het wielspoor

Bij de spoorafstelling wordt de stand van het middenvlak
van het wiel ten opzichte van de rijrichting afgesteld.
Daarbij worden twee onderscheidingen gemaakt:
Bij toespoor wijzen de wielen licht naar binnen (zie afbeel-
ding 5, illustratie A).
Bij uitspoor wijzen de wielen licht naar buiten (zie afbeel-
ding 5, illustratie B).
De afstelling van de wielen bij de beide bovenstaande il-
lustraties is overdreven voorgesteld, om het onderscheid
tussen toespoor en uitspoor duidelijk te tonen. Voor de
afstelling van het modelvoertuig moeten zulke extreme
afstellingen niet worden uitgevoerd!
Als er toespoor wordt afgesteld, dan resulteert dit in een betere zijdelingse geleiding van de band en daarmee een
directere reactie van de besturing. Het rechtuitrijden wordt eveneens effectief ondersteund.
Als een verdere reactie van de sturing wordt gewenst, kan deze overeenkomstig door het afstellen van uitspoor
worden bereikt.
Een spoorhoek van 0° aan de vooras zorgt voor de beste rijeigenschappen op vrijwel iedere ondergrond. Een spoor-
hoek van meer dan 3° toe- of uitspoor leidt tot problemen bij de besturing en verminderde snelheid.
Voordat u de spoorstangen afstelt. Controleer de stand van de besturing of van de stuurstang (zie afbeelding 31 in de
montagehandleiding). Als de servohefboom onder een hoek van 90° t.o.v. de servo staat, moeten beide wielen gelijk
zijn gericht. Indien de wielen een lichte stuuruitslag naar links of rechts maken, stel dan vervolgens de stuurstang af.
Maak indien nodig de stuurstang op de servo los en stel deze af op de vereiste lengte.
Afbeelding 4
Afbeelding 5
91

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis