Sanifos ® 250 ..................................... P.92; Ontwerp En Werkwijze - SFA SANIFOS 110 Montageanleitung

NL

3.4 Ontwerp en werkwijze

De opvoerinstallatie is voorzien van verschillende horizontale en verticale doorvoeropeningen voor buizen met een buitendiameter van
40/50/100/110/125 mm.
De motorpompunit transporteert de gepompte vloeistof in de afvoerbuis met een buitendiameter van 50 mm (DN 40) bij de uitvoering
met de vermaler of een buitendiameter van 63 mm (DN 50) bij de uitvoering met de vortex.
Het ontluchtingskanaal (buitendiameter 75 mm) zorgt ervoor dat het reservoir te allen tijde onder atmosferische druk blijft (er zitten 2
ventilatieopeningen op de installaties SANIFOS
3.4.1 SANIFOS 110 en SANIFOS
®
Werking:
Het afvalwater komt via de horizon-
tale en verticale inlaatopeningen in
de opvoerinstallatie terecht.
Het afvalwater wordt opgeslagen in
een gas-, geur- en waterdicht plastic
reservoir.
Zodra de vlotterschakelaar een be-
paald vulniveau detecteert, wordt de
pomp automatisch ingeschakeld.
Het afvalwater wordt automatisch
naar de afvoerleiding opgevoerd.
Zodra de vlotterschakelaar detec-
teert dat het afvalwaterniveau in het
reservoir een minimum bereikt, wordt de pomp automatisch uitgeschakeld.
3.4.2 SANIFOS 500
®
Werking:
Het afvalwater komt via de horizontale en verticale inlaatopeningen in de opvoerins-
tallatie terecht.
Het afvalwater wordt opgeslagen in een gas-, geur- en waterdicht plastic reservoir.
Zodra er afvalwater in het reservoir terechtkomt, stijgt eerst de lage vlotter en daarna
de hoge vlotter totdat deze het niveau bereikt waarop de pomp wordt ingeschakeld.
De pomp begint te werken en het afvalwater wordt automatisch naar de afvoerleiding
opgevoerd.
Zodra de vlotterschakelaar detecteert dat het afvalwaterniveau in het reservoir een
minimum bereikt, wordt de pomp automatisch uitgeschakeld.
De SANIFOS 500 bevat 2 afwisselend werkende pompen.
®
Bij storing wordt het alarm door de alarmvlotter geactiveerd en gaan beide motoren
gelijktijdig werken.
Als één van de twee pompen defect is, neemt de andere het over.
92
voor de uitvoering met de vermaler
DN 50 (ext. 63) voor de uitvoering met de vortex
250 en SANIFOS
® ®
250
®
SANIFOS 110
®
SANIFOS 250
®
500 en 1 ventilatieopening op de installatie SANIFOS 110).
®
voor de uitvoering met de vermaler
DN 50 (ext. 63) voor de uitvoering met de vortex
SANIFOS 250
®
voor de uitvoering met de vermaler
DN 50 (ext. 63) voor de uitvoering met de vortex
SANIFOS 500
®