Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking.
Op de hiernavolgende foto's staat de stuurknuppel voor het motortoerental en de zijroeren (zie figuur 2, pos. 10) in de middelste stand. Dat is de positie waarin
het model later wordt gestuurd en daarbij op gelijke hoogte zou moeten blijven vliegen.
Voor de controle van de roeruitslagen is het echter veiliger dat u de stuurknuppel in de onderste positie (motor uit) zet.
Let op, belangrijk!
De afstandsbediening beschikt over een mix-schakelaar (zie afb. 2, pos. 13), die voor de besturing van het vliegmodel "Phönix" te allen tijde in de
onderste stand "OFF" moet staan.
De functies van de mix-schakelaar worden in het volgende hoofdstuk 12 ("Activeren van de ingebouwder mixer") nog nader verklaard.
Neutrale instelling:
Wanneer de stuurknuppel voor de roerfunctie en de daarbijhorende trimschuivers in de middelste positie staan, moeten ook de roeren precies in de middelste
positie staan. Indien nodig kan de lengte van de stangen door het verdraaien van de vorkkoppen worden gewijzigd waardoor het roer zo nauwkeurig mogelijk
kan worden afgesteld.
Rolroerfunctie:
Als de stuurknuppel voor de hoogte- en de staartroerfunctie (zie afb. 2, pos. 4) naar links beweegt, moet het linker staarroer naar boven en het rechter staartoer