G) Rijregelaar Inschakelen; H) Voertuig Besturen - Reely DT5 BL RtR Bedienungsanleitung

g) Rijregelaar inschakelen

Zet de aan/uit-schakelaar van de rijregelaar (zie afbeelding in hoofdstuk 9. f) in de stand „ON" (= aan). Wacht dan een
paar seconden (gas-/remhendel op de zender in de neutrale stand laten, niet bewegen).
De motor geeft 4 geluidssignalen weer en vervolgens is het voertuig bedrijfsklaar.
De geluidssignalen worden door het kort aanjagen van de motor door de rijregelaar veroorzaakt. Bij veel
motoren zijn deze geluidssignalen slechts heel zacht hoorbaar.
Als slechts 2 geluidssignalen hoorbaar zijn en de stuurservo, maar niet de motor kan worden bestuurd, werd
de neutrale stand niet correct herkend.
Programmeer in dit geval de neutrale stand en de volgasposities voor vooruit en achteruit rijden opnieuw,
zie hoofdstuk 10.
Controleer nu de aandrijf- en stuurfuncties van het voertuig.

h) Voertuig besturen

Bedien de gas/remhendel op de zender voor de rijfunctie enkel heel voorzichtig en rijd in het begin niet te
snel tot u vertrouwd bent met de reacties van het voertuig op de bediening. Maak geen plotselinge of snelle
bewegingen met de bedieningselementen van de zender.
Richt de antenne van de zender nooit rechtstreeks op het voertuig aangezien dit de reikwijdte sterk vermin-
dert. De grootste reikwijdte bereikt u als de antenne van de zender en het voertuig telkens recht staat en
parallel tegenover elkaar liggen.
Als het voertuig bij het rechtuit rijden de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trim voor de
besturing overeenkomstig instellen op de zender.
De LED op de rijregelaar licht in de neutrale stand oranje op; bij vooruit of achteruit rijden dooft ze uit.
Bij uitval van het zendersignaal schakelt de rijregelaar om veiligheidsredenen de motor uit (de stuurservo zal echter
evt. trillen, indien geen fail-safe is geïnstalleerd). Hetzelfde geldt bij een overtemperatuur van de rijregelaar.
In de basisstand bij levering dient de gas/remhendel bij het wisselen tussen vooruit en achteruit rijden zich kort (ca.
1 - 2 seconden) in de neutraalstand te bevinden (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen).
Als de gas/remhendel direct zonder pauze van vooruit- naar achteruitrijden wordt getrokken, wordt het voertuig afgeremd
(het voertuig rijdt NIET achteruit).
Via de als accessoire verkrijgbare programmeerkaart kunnen verschillende rijmodi worden geselecteerd en
kan vb. ook het achteruit rijden worden uitgeschakeld.
In de basisinstelling bij levering is echter het vooruit en achteruit rijden met rem vooringesteld. Hoe deze te besturen
valt, vindt u op de volgende pagina (de afbeelding van de gas-/remhendel van de zender moet niet met de meegeleverde
zender overeenstemmen).
89