6. Anschluss- und Bedienelemente
Siehe Ausklappseite.
(1) Ein/Aus-Schalter (POWER)
Mit diesem Schalter wird das Mischpult ein- und ausgeschaltet. Das Gerät ist eingeschaltet, wenn der Schalter in Stellung "ON" steht. In
Stellung "OFF" ist das Mischpult ausgeschaltet.
(2) Netzanschluss
Anschluss für das Netzkabel.
(3) Anschluss GND
Zur Vermeidung von Brummtönen kann über diese Schraubklemme eine Masseverbindung zwischen dem Mischpult und den Plattenspielern
hergestellt werden.
(4) Ausgang BALANCED MASTER OUT
Schließen Sie hier einen symmetrischen Verstärker mit XLR-Anschluss an.
(5) LINE/PHONO-Eingänge
An diese Stereo-Cinch-Eingänge können je ein CD Spieler, MP3 Player, Plattenspieler mit MM-Tonabnehmersystem oder ein anderes
Wiedergabegerät mit Cinchpegel angeschlossen werden. Die rote Cinchbuchse ist der rechte, die weiße Cinchbuchse der linke Eingang. Der
LINE1 Eingang liegt am Kanal CH1 an, der LINE2 Eingang liegt am Kanal CH2 an.
(6) Schieberegler PHONO/LINE
Schieben Sie jeweils den Regler nach links auf die Position PHONO, falls Sie einen Plattenspieler an den LINE-Eingang angeschlossen haben.
Schieben Sie den Regler andernfalls auf die Position LINE.
(7) LINE-Ausgänge
An den linken LINE-Ausgang „REC" können Sie ein Aufnahmegerät wie zum Beispiel ein Kassettendeck anschließen. An den rechten LINE-
Ausgang „AMP" können Sie einen Verstärker anschließen. Die rote Cinchbuchse ist der rechte, die weiße Cinchbuchse der linke Ausgang.
(8) Kopfhörerbuchse
In diese 6,3 mm Klinkenbuchse kann ein Stereo-Kopfhörer eingesteckt werden. Verwenden Sie nur Kopfhörer mit einer Impedanz von
mindestens 32 Ohm. Das Signal für den Kopfhörer ist unabhängig vom Ausgangssignal für den angeschlossenen Verstärker. Während der
Kanal 1 über den Verstärker wiedergegeben wird können Sie zum Beispiel simultan über den Kopfhörer das Signal von Kanal 2 hören und
umgekehrt.
(9) Kopfhörer-Lautstärkeregler
Mit diesem Regler wird die Lautstärke am angeschlossenen Kopfhörer eingestellt. In Stellung "0" ist die Lautstärke am Kopfhörer minimal, in
Stellung "10" maximal.
(10) CUE-Fader
Mit diesem Regler können Sie bestimmen, welchen Kanal Sie über die Kopfhörer abspielen lassen. Schieben Sie den Regler komplett nach
links, um das Signal von Kanal 1 über den Kopfhörer wiedergeben zu lassen. Schieben Sie den Regler komplett nach rechts, um sich das Signal
von Kanal 2 über den Kopfhörer wiedergeben zu lassen.
(11) Mikrofon-Tiefen-Klangregler (BASS)
Mit diesem Regler können die Bässe des Mikrofon-Signals beeinfl usst werden. Je nach Reglerstellung erfolgt eine Absenkung bzw. Anhebung
der Bässe um bis zu 12 dB. In Stellung "0" wird das Signal nicht durch den Klangregler beeinfl usst.
(12) Mikrofon-Höhen-Klangregler (TREBLE)
Mit diesem Regler können die Höhen des Mikrofon-Signals beeinfl usst werden. Je nach Reglerstellung erfolgt eine Absenkung bzw. Anhebung
der Höhen um bis zu 12 dB. In Stellung "0" wird das Signal nicht durch den Klangregler beeinfl usst.
(13) Mikrofon-Lautstärkeregler (MIC LEVEL)
Mit diesem Regler können die Ausgangs-Lautstärke des Mikrofon-Signals beeinfl usst werden. Je nach Reglerstellung erfolgt eine Absenkung
bzw. Anhebung der Lautstärke des Ausgangssignals.
8
7. Opstellen van het apparaat
Let bij de keuze van de plaats van het apparaat op dat blootstelling aan direct, intensief zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou en vocht moet worden
voorkomen. Er mogen zich geen sterke transformatoren of motoren in de nabijheid van het mengpaneel bevinden, aangezien deze van invloed
kunnen zijn op het mengpaneel. Het mengpaneel is geschikt voor tafelgebruik en voor inbouw in een console. De vier bevestigingsgaten (8) in
de bovenste afdekplaat zijn bestemd voor montage in een console.
Zorg bij het opstellen resp. de inbouw in een mengpaneel en het gebruik van ander materiaal voor voldoende ventilatie.
Plaats het apparaat niet op een zachte ondergrond zoals bv. een tapijt of een bed e.d.
De luchtcirculatie mag bovendien niet door voorwerpen zoals tijdschriften, tafelkleden, gordijnen e.d. belemmerd
worden. Hierdoor wordt de warmte-afvoer van het apparaat verhinderd en dit kan oververhitting tot gevolg hebben
(brandgevaar).
U mag geen bijkomende gaatjes in de behuizing van het mengpaneel boren. Gebruik voor de
bevestiging van de montagehoeken alleen de meegeleverde schroeven. Door te lange schroeven kan het apparaat
beschadigd worden en de veiligheid benadeeld worden.
Bij het opstellen van het apparaat moet u erop letten dat het apparaat veilig staat en dat de ondergrond stabiel is.
Als het mengpaneel naar beneden valt, kunnen er personen gekwetst raken.
Let bij het opstellen resp. de montage erop dat de aansluitkabels niet platgedrukt of door scherpe hoeken beschadigd
worden.
Installeer de kabels steeds zo dat niemand erover kan struikelen of eraan kan blijven hangen. In dergelijke gevallen
bestaat verwondingsgevaar.
Houd bij de keuze van een opstelplaats ermee rekening dat direct en intensief zonlicht, trillingen, stof, hitte, koude en
vochtigheid vermeden moeten worden.
Er mogen geen apparaten met sterke elektrische of magnetische velden zoals bv. transformatoren, motoren, draadloze
telefoons, portofoons, enz. in de onmiddellijke buurt van het mengpaneel zijn omdat deze het mengpaneel kunnen
beïnvloeden.
Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond. U mag het apparaat nooit zonder geschikte bescherming op waardevolle of
gevoelige meubeloppervlakken plaatsen.
8. Aansluiting
Schakel voor de aansluiting van het apparaat het mengpaneel en alle andere apparaten die met het mengpaneel worden verbonden uit (neem
de stekkers uit het stopcontact).
Gebruik voor de aansluiting van de cinch-ingangen en -uitgangen alleen hiervoor geschikte, afgeschermde cinchkabels. Gebruik
voor de aansluiting van de microfooningang alleen hiervoor geschikte microfoonkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich
storingen voordoen. Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen die tot beschadiging van het apparaat kunnen
leiden, mogen op de cinch-ingangen uitsluitend de audio-uitgangen van afspeelapparaten met cinch-aansluitingen worden
aangesloten en op de cinch-uitgangen van het mengpaneel alleen de cinch-ingangen van een audioapparaat. Let hierbij ook op
de aansluitwaarden in de „Technische gegevens".
8.1. Aansluiten van de ingangen
Voor alle cinch-ingangen geldt:
De witte cinchbus van het mengpaneel is de ingang voor het linkerkanaal. De rode cinchbus van het mengpaneel is de ingang voor het
rechterkanaal.
LINE/PHONO-ingangen (5)
Er zijn twee LINE/PHONO-ingangen beschikbaar. Op deze stereo-ingangen kunt u een platenspeler, tuner, CD-speler, MP3-speler enzovoort
aansluiten.
Schuif de bijbehorende schuifregelaar PHONO/LINE (6) naar links in de stand PHONO als u een platenspeler op de ingang aansluit. Schuif de
regelaar voor alle andere apparaten in de stand LINE.
Aardingsklem (3)
Als uw platenspeler van een eigen aardkabel is voorzien, kunt u deze aansluiten op de aardingsklem. Dit dient om bromgeluiden te
voorkomen.
Microfoonbus (14)
In dit 6,3 mm klinkchassideel kan een microfoon worden ingestoken. Gebruik alleen een microfoon met een impedantie van 600 Ω.
49