Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

14.5.2 Sensoren aanleren

De navolgende tabel geeft u een overzicht, op welke zone welke sensoren geprogrammeerd kunnen
worden. Tegelijkertijd ziet u, welke toetsen (de toetsen komen overeen met de geheugenplaats) gedrukt
moeten worden, om de sensor op de gewenste geheugenplaats aan te leren.
Sensor 1
Zone 1
Toets 1
Zone 2
Toets 2
Zone 3
Toets 3
Zone 4
Toets 4
Zone 5
Toets 5
Ga als volgt te werk om nieuwe sensoren aan te leren:
Stap
Actie
1
Druk op de toets „PROG" (12)
2
Voer de viercijferige
mastercode in.
3
Druk op de toets 3
4
Druk de toets 1, 2, 3, 4, 5, 6,
7, 8, 9 of 0, afhankelijk daarvan,
welke geheugenplaats u
gebruiken wilt
5
Activeer de sensor,
die u aanleren wilt.
** Betekenis van de „Zone status-LEDs" (1) vanaf stap 3 in de bovenstaande tabel:
„Zone status-LEDs" (1)
Brandt niet
Twee keer knipperen
Een keer knipperen
Een keer en vervolgens
twee keer knipperen
170
Sensor 2
Toets 6
Toets 7
Toets 8
Toets 9
Toets 0
Functie
U komt in de
programmeermodus.
U komt in de
programmeermodus voor
aanleren van nieuwe sensoren.
Een gesproken melding
bevestigt het succesvolle
aanleren.
Toelichting:
Op deze zone werd nog geen radiosensor aangeleerd.
Op deze zone werd sensor 1 al aangeleerd.
Op deze zone werd sensor 2 al aangeleerd.
Op deze zone werden sensor 1 en sensor 2 al aangeleerd.
Nota
3 x korte pieptoon bevestigt
het correcte invoeren van de
code. 1 x lange pieptoon geeft
een foutieve code-invoer aan.
Zodra u in de programmeer-
modus komt, branden of
knipperen de „Zone status-
LEDs" (1).
** Zie toelichting in de navolgen-
de tabel
Om de juiste geheugenplaats
te kiezen, zie hiervoor
de bovenstaande tabel.
De instellingen werden
opgeslagen en de
programmeermodus wordt
beëindigd.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis