Aanleren Van Sensoren - Conrad 75 19 90 Bedienungsanleitung

8. Aanleren van sensoren

Wij raden aan, de sensoren eerst aan te leren en aansluitend een fuctie-
test door te veoren om een verkeerde montage omwille van te weinig
radiobereik te vermijden.
De radiogestuurde alarminstallatie beschikt over 4 alarmzones.
Alarmzones 1 tot 3 zijn alarm- en signaliseringszones. Sensoren van deze zones
"signaleren" wanneer het systeem is gedeactiveerd en "alarmeren" wanneer het
systeem is geactiveerd.
Alarmzone 4 is een zuivere signaleringszone. Sensoren, die op deze zone werden
aangeleerd, signaleren bij activering akoestisch via pieptoon. Onafhankelijk of het
systeem geactiveerd of gedeactiveerd is.
Let op de volgende punten bij het aanleren van sensoren op de radiogestuurde
alarmcentrale:
- Op elke alarmzone kunnen tot 4 geschikte radiosensoren worden aangeleerd.
Van zodra een vijfde sensor wordt aangeleerd, wordt de eerst aangeleerde sen-
sor overschreven.
- Leer geen sensor op twee alarmzones aan.
- Wij raden aan, de sensoren eerst aan te leren en aansluitend een fuctietest door te
veoren om een verkeerde montage omwille van te weinig radiobereik te vermijden.
Om de sensoren op de radiogestuurde alarminstallatie aan te leren handelt u
als volgt:
Stap 1: Druk op de toets "LEARN" (10) en houd deze 3 seconden ingedrukt.
Er weerklinkt een eenmalige pieptoon. Laat de toets los.
Stap 2: Druk op de toets van de gewenste alarmzone (toets 1, 2, 3 of 4) waa-
rop de sensor moet worden aangeleerd. Nu knippert de overeen-
komstige "Zone-status-LED" (3).
75